WAARSCHUWING
Om de kans op oogletsel
te reduceren een nauw
aansluitende veiligheids-
bril volgens de norm
EN 166 of een gelaatsbe-
schermer dragen. Erop
letten dat de veiligheids-
bril en de
gelaatsbeschermer goed
zitten.
"Persoonlijke" gehoorbescherming
dragen – zoals bijv. oorkappen.
Veiligheidshelm dragen bij gevaar voor
vallende voorwerpen.
Robuuste werkhand-
schoenen van slijtvast
materiaal dragen
(bijv. leer).
STIHL biedt een uitgebreid programma
aan persoonlijke beschermuitrusting.
Vervoer
Voor het vervoeren – ook over korte
afstanden – de motorzaag altijd
afzetten, de kettingrem blokkeren en de
kettingbeschermer aanbrengen.
Hierdoor wordt het onbedoeld aanlopen
van de zaagketting voorkomen.
MS 171, MS 171 C, MS 181, MS 181 C, MS 211, MS 211 C
De motorzaag alleen aan de
draagbeugel dragen – de hete
uitlaatdemper van het lichaam vandaan,
het zaagblad naar achteren gericht.
Hete machineonderdelen, vooral de
uitlaatdemper, niet aanraken – kans op
brandwonden!
In auto's: de motorzaag tegen omvallen,
beschadiging en tegen het weglekken
van benzine en kettingolie beveiligen.
Reinigen
Kunststof onderdelen reinigen met een
doek. Agressieve reinigingsmiddelen
kunnen het kunststof beschadigen.
Stof en vuil op de motorzaag
verwijderen – geen vetoplossende
middelen gebruiken.
Koelluchtsleuven indien nodig reinigen.
Voor het reinigen van de motorzaag
geen hogedrukreiniger gebruiken. Door
de harde waterstraal kunnen
onderdelen van de motorzaag worden
beschadigd.
Toebehoren
Alleen dergelijke gereedschappen,
zaagbladen, zaagkettingen,
kettingtandwielen, toebehoren of
technisch gelijkwaardige onderdelen
monteren die door STIHL voor deze
motorzaag zijn vrijgegeven. Bij vragen
hierover contact opnemen met een
geautoriseerde dealer. Alleen
hoogwaardig gereedschap of
toebehoren monteren. Als dit wordt
genegeerd bestaat de kans op
ongevallen of is er kans op schade aan
de motorzaag.
STIHL adviseert originele STIHL
gereedschappen, zaagbladen,
zaagkettingen, kettingtandwielen en
toebehoren te monteren. Deze zijn qua
eigenschappen optimaal op het product
en de eisen van de gebruiker
afgestemd.
Tanken
Benzine is bijzonder licht
ontvlambaar – uit de
buurt blijven van open
vuur – geen benzine mor-
sen – niet roken.
Voor het tanken de motor afzetten.
Niet tanken zolang de motor nog heet is
– de benzine kan overstromen –
brandgevaar!
De tankdop voorzichtig losdraaien,
zodat de heersende overdruk zich
langzaam kan afbouwen en er geen
benzine uit de tank kan spuiten.
Uitsluitend op een goed geventileerde
plek tanken. Als er benzine wordt
gemorst, de motorzaag direct
schoonmaken. De kleding niet in
aanraking laten komen met benzine,
anders direct andere kleding
aantrekken.
Nederlands
115