Aarding
De apparatuur moet worden geaard om het risico op sta-
tische vonken en elektrische schokken te beperken. Een
elektrische of statische vonk kunnen tot gevolg hebben
dat dampen ontbranden of ontploffen. Een onjuiste aar-
ding kan elektrische schokken veroorzaken. Een goede
aarding biedt de elektrische stroom een ontsnappings-
draad.
Pas de meegeleverde aardingsstekker niet aan. Als deze
niet in het stopcontact past, laat een gediplomeerde elek-
tricien dan het juiste stopcontact installeren.
Stroomvereisten
Voor 230V-systemen moet 230 V AC, 50/60 Hz, 9 A,
1 fase worden gebruikt.
Verlengsnoeren
Gebruik een verlengsnoer met een onbeschadigd aarding-
scontact. Als een verlengkabel nodig is, gebruik dan een
drieaderige kabel met een draaddikte van minimaal 2,5
mm
(12 AWG).
2
OPMERKING: Door een kleinere maat of langere ver-
lengkabels kunnen de prestaties van het spuittoestel
afnemen.
Emmers
Voor materialen op basis van oplosmiddel en op olie-
basis: conform de ter plekke geldende voorschriften.
Gebruik alleen geleidende metalen emmers, geplaatst op
een geaard oppervlak, zoals beton.
Plaats de emmer niet op een niet-geleidende ondergrond,
zoals papier of karton, aangezien dan de continuïteit van
de aarding wordt onderbroken.
Vertaling van de originele handleiding
Aard altijd de metalen emmer: sluit een aarddraad aan
op de emmer. Klem één uiteinde aan de emmer en het
andere uiteinde aan een aardingspunt, zoals een waterlei-
ding.
Om de goede doorlopende aarding te handhaven bij
het spoelen of wanneer de druk wordt ontlast: houdt u
een metalen deel van het spuitpistool stevig tegen de zij-
kant van de geaarde metalen emmer. Knijp dan de trekker
van het pistool in.
46