6.2
De moduledrager plaatsen
• Plaats de moduledrager eerst aan de kant te-
genover de schakelaar [11-2] in de grondeen-
heid.
• Houd hierbij de moduledrager vast bij de uitspa-
ringen [11-1].
• Laat de moduledrager aan de voorkant neerko-
men.
Aanwijzing
•Let er bij het plaatsen van de bovenfrees op dat
het netsnoer niet beklemd raakt.
• Vergrendel de moduledrager door de beide
schroeven [12-4] aan te draaien.
6.3
Reduceerring inbrengen
Plaats afhankelijk van de freesdiameter d en de
bovenfrees de passende reduceerring in de cen-
treerring. Om veilig te werken dient een zo klein
mogelijke reduceerring te worden ingebracht.
OF 1010 en OF 1400
52 mm ≤ d < 60 mm
40 mm ≤ d < 52 mm
28 mm ≤ d < 40 mm
16 mm ≤ d < 28 mm
d < 16 mm
OF 2200
In reduceerring 473812 moet een van de boven-
genoemde reduceerringen (469881-469885) inge-
bracht worden om de diameter d te verkleinen.
7
Instellingen
WAARSCHUWING
Gevaar voor ongevallen, elektrische schok-
ken
• Haal vóór alle werkzaamheden aan de machi-
ne altijd de stekker uit het stopcontact.
7.1
Montage van de freesaanslag
Voor freeswerkzaamheden met lineaire voor-
waartse beweging (rechte werkstukken) dient de
freesaanslag te worden gebruikt.
469881
469882
469883
469884
469885
Gevaar voor letsel
•Bij toepassing van de OF 2200 kan de free-
saanslag alleen tot freesdiameter d = 70 ge-
bruikt worden.
• Bevestig de freesaanslag met de beide schroe-
ven [13-1] in de boorgaten [12-1], of de boor-
gaten [12-2] indien een grotere afstand tussen
freesgereedschap en freesaanslag vereist is.
Stel hierbij de freesaanslag aan de hand van de
schalen [13-3] en de merkstrepen [13-4] af.
Met de schroeven [14-2] kunt u desgewenst aan
beide kanten de haakse stand van de freesaan-
slag tot het tafeloppervlak bijstellen.
• Open de draaiknop [15-1] van de aandrukinrich-
ting.
• Schuif de aandrukinrichting tot aan de aanslag
in de opening [15-2] van de freesaanslag.
• Sluit de draaiknop [15-1].
7.2
Freesaanslag instellen
Geleiders instellen
De afstand van de beide geleiders van de frees-
aanslag tot de snijwerkbreedte van het freesge-
reedschap dient altijd 2 mm tot 5 mm te bedragen
[16]. Stel de afstand als volgt in:
• Draai de schroeven [17-1] en [174] los.
• Schuif de geleiders [17-2] en [17-3] uit elkaar.
• Breng het freesgereedschap in de gewenste
positie (zie 7.7 Freesgereedschap hoogte instel-
len).
• Verschuif de geleiders [17-2] en [17-3] tot de
afstand ervan tot de snijwerkbreedte van het
freesgereedschap 2 tot 5 mm bedraagt.
• Draai de schroeven [17-1] en [17-4] vast.
Wanneer het instelbereik van een geleider niet
voldoende is:
• Draai de schroeven [14-1] aan beide kanten van
de freesaanslag los.
• Verschuif de geleider tot de gewenste stand.
• Draai de schroeven [14-1] aan beide kanten
vast.
Freesaanslag parallel instellen
Om de gehele freesaanslag in te stellen, bijv. voor
het profi elfrezen, gaat u als volgt te werk:
• Draai de schroeven [18-1] en [18-2] los.
• Verschuif de freesaanslag tot aan de gewenste
maat Y (rand van de snijwerkbreedte tot de ge-
leiders) [16].
Stel de freesaanslag aan de hand van de schalen
[13-3] en de merkstrepen [13-4] af.
43
WAARSCHUWING