Hydraulische aansluiting
Elektrische aansluiting
28
Hydraulische / elektrische aansluiting
De drinkwaterkant van het station voor vers water moet met een veilig-
≤
heidsventiel
10 bar worden beveiligd tegen overdruk. Optioneel kan er
bijkomend een drinkwaterexpansievat worden ingezet.
De aansluiting van de buisleidingen gebeurt conform de legende die duidelijk op
de module (isolatie, boven) aangebracht is. In geval van verzinkte buisleidingen
en fittings moet de installatievolgorde worden nageleefd om elektrochemische
corrosie te voorkomen.
Voor de montage op het gelaagd reservoir (zie ook handleiding BSP) moet de
boileraansluitset met flexibele aansluitleidingen, een veilige en tijdbesparende
verbinding, worden gebruikt. De vlakdichtende verbindingen mogen pas na het
afdichten van de buisleidingen worden aangetrokken. De leidingen van en naar
de boiler moeten - indien de BSP-FW aan de wand gemonteerd wordt minstens
in de afmeting Cu28 uitgevoerd zijn om het noodzakelijke debiet van ca. 2800
l/h te garanderen. De leidingwegen moeten zo kort mogelijk zijn!
OPGELET!
Aandraaimomenten resp. inwerkende krachten op de reeds voorgemonteerde
bestanddelen en verbindingspunten van de module moeten absoluut worden
vermeden!
De interne bedrading van de elektrische installatiedelen werd in de fabriek
uitgevoerd. De aansluiting aan het stroomnet (230 V/AC, 50 - 60 Hz) gebeurt
door middel van de reeds aangeklemde netaansluitleiding. Werken aan stro-
omvoerende onderdelen van de module gebeuren uitsluitend mits opvolging
van de respectieve voorschriften van de energieleverancier en de geldige,
desbetreffende normen. Er is een vakkundige aarding op de montagelas van
de BSP-FW voorzien.
3061737_0810