De dop aanbrengen en met de
N
beide handen vastschroeven
SG 51, SG 71
Spuiten
Visuele controle
Het apparaat alleen dan in gebruik
nemen als alle componenten in goede
staat verkeren. Vooral op lekkage van
het spuitmiddelreservoir en de
slangaansluiting letten.
Spuiten
Het apparaat met beide riemen op
N
de rug dragen – niet over één
schouder dragen
De pomphefboom langzaam en
N
gelijkmatig bedienen zonder de
hendel van het pistool in te drukken
– met meerdere pompslagen de
druk opbouwen
Met het pistool spuiten en altijd op
N
de optimale werkdruk letten
Als de werkdruk met meer dan
N
0,5 bar (7,25 psi) terugvalt, de
werkdruk door de pomphefboom te
bedienen weer herstellen
Werkdruk-, opbrengstoverzicht – zie
"Technische gegevens"
Na het spuiten
Het spuitmiddelreservoir op een
N
goed geventileerde plaats legen –
de resthoeveelheid in een hiertoe
geschikte bak opvangen
De resthoeveelheid volgens voorschrift
en milieuverantwoord afvoeren – op de
aanwijzingen van de fabrikant van het
plantenbeschermingsmiddel letten
Spuitmiddelreservoir met schoon
N
water uitspoelen
Het spuitmiddelreservoir met
N
schoon water vullen, pompen en
spuiten tot het spuitmiddelreservoir
helemaal leeg is en de druk geheel
is afgebouwd
Het complete apparaat met een
N
vochtige doek schoonwrijven
Nederlands
47