Scheppach HS111 Traduction Des Instructions D'origine page 229

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 46
11.2 Langssneden uitvoering (Afb. 20)
Met een langssnede zaagt u een werkstuk in de leng-
terichting. Een kant van het werkstuk moet hierbij te-
gen de parallelaanslag (1) worden gedrukt, terwijl de
platte zijde op de zaagtafel (2) rust
1. Stel de parallelaanslag (1) overeenkomstig in
op de hoogte van het werkstuk en de gewenste
breedte (zie 10.4).
2. Tijdens het zagen wordt de zaagbladbescherming
(8) door het werkstuk omhoog geschoven.
3. Schakel eerst de afzuiginstallatie in en daarna de
tafelcirkelzaag.
4. Plaats uw handen met gesloten vingers plat op het
werkstuk en schuif deze op de parallelaanslag (1)
langs het zaagblad (7).
5. Geef het werkstuk een zijdelingse geleiding door
het met de linkerhand slechts tot aan de voorste
rand van de zaagbladbescherming (8) vast te hou-
den.
6. Schuif het werkstuk altijd tot het einde van de
splijtwig (6) met de schuifstok (22) door.
11.2.1 Versteksneden maken (Afb. 21)
Versteksneden worden altijd gemaakt met behulp van
de parallelaanslag (1). De parallelaanslag (1) moet al-
tijd rechts van het zaagblad (7) worden gemonteerd.
Anders kunnen werkstukken tijdens het zagen tussen
de parallelaanslag (1) en het zaagblad (7) worden
vastgeklemd en worden weggeslingerd.
1. Stel het zaagblad (7) in op de gewenste hoek (zie
10.3).
2. Stel de parallelaanslag (1) in op basis van de
breedte en hoogte van het werkstuk (zie 10.4).
3. Laat de zaagbladbescherming (8) op de zaagtafel
(2) zakken.
4. Voer de snede uit volgens de breedte van het
werkstuk (zie 11.2).
11.3 Dwarssneden uitvoeren (Afb. 22)
m WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel door draaiende delen en scherpe
randen
- Houd het geleide werkstuk vast.
- Schuif het werkstuk met de dwarsaanslag naar
voren tot het volledig is doorgezaagd.
1. Stel de dwarsaanslag (9) naar wens in (zie 10.5.1).
Als het zaagblad (7) ook gekanteld moet worden,
schuift u de dwarsaanslag (9) in de rechter ge-
leidingsgroef. Zo voorkomt u dat noch uw hand,
noch de dwarsaanslag (9) in contact komt met de
zaagbladbescherming (8).
2. Laat de zaagbladbescherming (8) op de zaagta-
fel (2) zakken. Tijdens het zagen wordt de zaag-
bladbescherming (8) door het werkstuk omhoog
geschoven.
3. Druk het werkstuk stevig tegen de dwarsaanslag
(9).
4. Schakel de afzuiginstallatie en vervolgens de ta-
felcirkelzaag in.
5. Om de snede uit te voeren, schuift u de dwars-
aanslag (9) en het werkstuk in de richting van het
zaagblad (7).
11.4 Smalle werkstukken snijden (Afb. 23)
Langssneden van werkstukken met een breedte van
minder dan 120 mm moet worden uitgevoerd met be-
hulp van een schuifstok (22).
Voor korte werkstukken moet de schuifstok (22) al di-
rect aan het begin van de snede worden gebruikt.
1. Stel de parallelaanslag (1) overeenkomstig in
op de hoogte van het werkstuk en de gewenste
breedte (zie 10.4).
2. Plaats uw handen met gesloten vingers plat op het
werkstuk en schuif deze op de parallelaanslag (1)
langs het zaagblad (7).
3. Schuif het werkstuk altijd tot het einde van de
splijtwig (6) met de schuifstok (22) door.
11.5 Zeer smalle werkstukken zagen (Afb. 24)
Voor langssneden van zeer smalle werkstukken met
een breedte van 50 mm of minder is het noodzakelijk
om een duwhout (27) te gebruiken.
Het duwhout (27) is niet bij de levering inbegrepen!
(Verkrijgbaar bij uw lokale vakhandel) Vervang tijdig
een versleten duwhout (27).
Werkstukken kunnen bij het zagen tussen de paralle-
laanslag (1) en het zaagblad (7) vastgeklemd raken,
door het zaagblad (7) worden vastgegrepen of wor-
den weggeslingerd. Daarom moet de voorkeur wor-
den gegeven aan het lage geleideoppervlak van de
parallelaanslag (1) (zie afb. 16). Zet indien nodig de
aanslagrail (1a) om (zie 10.4.2).
1. Stel de parallelaanslag (1) overeenkomstig in
op de hoogte van het werkstuk en de gewenste
breedte (zie 10.4).
2. Druk het werkstuk met het duwhout (27) tegen
de aanslagrail (1a) en schuif het werkstuk met de
schuifstok (22) tot het einde van de splijtwig (6)
door.
11.6 Spaanplaat zagen
Om te voorkomen dat de snijranden bij het zagen
van spaanplaat afbreken, gaat u als volgt te werk:
Het zaagblad (7) mag niet hoger dan 5 mm boven
de dikte van het werkstuk worden ingesteld (zie ook
10.2).
www.scheppach.com
NL | 229

Publicité

Table des Matières
loading

Ce manuel est également adapté pour:

5901318901

Table des Matières