Ingebruikname
OPMERKING
Sluit de pomp nooit op een dimmer aan. Anders raakt de pomp defect.
Inschakelen/uitschakelen
• Inschakelen: Steek de netstekker in het stopcontact.
– Het apparaat schakelt onmiddellijk aan.
• Uitschakelen: Trek de netstekker uit het stopcontact.
Environmental Function Control (EFC)
De pomp voert bij het opstarten automatisch een voorgeprogrammeerde zelftest uit
(Environmental Function Control (EFC)). De pomp herkent, of deze droogloopt/ge-
blokkeerd is of is ondergedompeld. Bij drooglopen/blokkeren schakelt de pomp auto-
matisch na ca. 90 seconden uit. Onderbreek in geval van storing de voedingsspan-
ning en laat de pomp doorstromen resp. verwijder de hindernis. Vervolgens kunt u
het apparaat weer in bedrijf nemen.
Reiniging en onderhoud
OPMERKING
Gebruik geen agressieve reinigingsmiddelen of chemische oplossingen. Deze midde-
len kunnen de behuizing beschadigen en de werking van het apparaat in het gedrang
brengen; ze zijn tevens schadelijk voor dieren, planten en het milieu.
Reinig het apparaat alleen met schoon water en een zachte borstel.
Apparaat reinigen
Aanbeveling voor het reinigen:
• Reinig het apparaat indien nodig, maar minstens 2 maal per jaar.
• Aan de pomp vooral de rotor en het pomphuis reinigen.
• Bassinwater of zout water kunnen de optische onderdelen van het apparaat scha-
den. Deze schade wordt niet door de garantie gedekt.
• Aanbevolen reinigingsmiddelen bij hardnekkige kalkaanslag:
– Pompreiniger PumpClean van OASE.
– Azijn- en chloorvrije huishoudreiniger.
• Na het reinigen alle delen met schoon water afspoelen.
NL
63