Apparaatspecifieke veiligheidsvoor-
schriften voor decoupeerzagen
■
Pak het elektrische gereedschap vast aan
de geïsoleerde greepvlakken wanneer
u werkzaamheden uitvoert waarbij het
hulpstuk verborgen elektriciteitsleidingen
kan raken. Bij contact met een leiding waar
spanning op staat, kunnen ook metalen onder-
delen van het apparaat onder spanning komen
te staan en een elektrische schok veroorzaken .
■
Houd uw handen uit de buurt van het zaagge-
deelte . Grijp niet onder het werkstuk . Bij contact
met het zaagblad bestaat er letselgevaar .
■
Houd uw handen uit de buurt van de
slagstang en de snelspanner. Bij contact
met deze componenten bestaat er gevaar voor
kneuzingen .
■
Plaats het elektrische gereedschap alleen inge-
schakeld tegen het werkstuk . Er bestaat anders
gevaar voor een terugslag .
■
Let erop dat de zool bij het zagen op het werk-
stuk ligt .
■
Schakel na afloop van de werkzaamheden het
elektrische gereedschap uit en trek het zaag-
blad pas uit de snede wanneer het tot stilstand
is gekomen . Zo voorkomt u een terugslag en
kunt u het elektrische gereedschap veilig neer-
leggen .
■
Gebruik alleen onbeschadigde en goed func-
tionerende zaagbladen . Verbogen en botte
zaagbladen kunnen breken of een terugslag
veroorzaken .
■
Rem het zaagblad na het uitschakelen niet af
door er zijwaarts druk op uit te oefenen . Het
zaagblad kan beschadigd raken, breken of een
terugslag veroorzaken .
■
Zet het werkstuk vast . Gebruik lijmklemmen/een
bankschroef om het werkstuk vast te zetten . Het
blijft dan beter op zijn plaats dan wanneer u
het met de hand vasthoudt .
■
Bevestig en borg het werkstuk met lijm-
tangen of op een andere manier op een
stabiele ondergrond.Wanneer u het werkstuk
alleen met de hand vasthoudt of tegen uw li-
chaam houdt, blijft het onstabiel, wat verlies van
de controle tot gevolg kan hebben .
PSTKA 12 A1
■
Bewerk geen bevochtigde materialen of vochtige
oppervlakken .
■
Risico door stof!Sluit bij het langdurig bewerken
van hout en met name bij het bewerken van
materialen waarbij voor de gezondheid scha-
delijke stoffen ontstaan, het apparaat aan op
een passende stofafzuiging .
■
Draag een stofmasker!
■
Zorg voor voldoende ventilatie .
Originele accessoires/hulpapparatuur
Gebruik alleen accessoires en hulpstukken
■
die vermeld staan in de gebruiksaanwij-
zing of waarvan gebruik compatibel is
met het apparaat.
Veiligheidsvoorschriften voor
opladers
Dit apparaat mag worden gebruikt
■
door kinderen vanaf 8 jaar en door
personen met beperkte fysieke,
zintuiglijke of geestelijke vermogens
of gebrek aan ervaring of kennis,
mits ze onder toezicht staan of over
het veilige gebruik van het appa-
raat zijn geïnstrueerd en de daaruit
voortkomende gevaren hebben
begrepen . Kinderen mogen niet met
het apparaat spelen . Kinderen mo-
gen zonder toezicht geen reiniging
en gebruikersonderhoud uitvoeren .
Wanneer het netsnoer van dit ap-
■
paraat beschadigd raakt, moet het,
om risico's te voorkomen, worden
vervangen door de fabrikant of de
klantendienst van de fabrikant of
een persoon met vergelijkbare
kwalificaties .
De oplader is alleen geschikt voor gebruik
binnenshuis .
NL │ BE
│
21
■