Télécharger Imprimer la page

Güde GAK 710 TELE Traduction Du Mode D'emploi D'origine page 32

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 17
Namen en begrippen
Kettingbalk: Metaalgeleider die buiten het zaaglichaam
uitstrekt. De kettingbalk steunt en voert de zaagketting.
Terugslag: Een gevaarlijke terugslag kan optreden, indien het
bovenste vierde deel van de balkpunt, gedurende het
bewegen van de zaagketting, een voorwerp aanraakt. De
kettingbalk slaat plotseling omhoog naar de bedienende
persoon toe.
Oliesmeersysteem: Smeersysteem voor de kettingbalk en
zaagketting.
Zaagketting (ketting): Een kettingband met snijtanden die het
hout snoeien. De motor drijft de zaagketting aan. De
kettingbalk steunt de zaagketting.
Kettingwiel: Tandwiel dat de zaagketting aandrijft.
Schakelaar: Apparaat dat een elektrisch stroomcircuit naar de
zaagmotor sluit of opent.
Schakelbeveiliging: Inrichting die het ongewenste starten van
de zaag verhindert.
Startschakelaar: Schakelaar die de zaag in- en uitschakelt.
Drukken op de startschakelaar schakelt de zaag in. Loslaten
van de startschakelaar schakelt de zaag uit.
Snoeien (kappen): Uitvoering van het zagen van takken aan
een levende boom.
Ondersnijding: Een opwaarts gerichte snede vanaf de
onderzijde van een boomstam of tak. Uitvoering vanuit een
normale zaagpositie en met de punt van de kettingbalk.
Montage
Samenbouw van de kettingbalk en zaagketting
LET OP: De snijkanten aan de zaagketting zijn
scherp. Beschermende handschoenen dragen bij het
aanraken van de zaagketting. BELANGRIJK: De
kettingzaag bij het samenbouwen voorzichtig in een
bankschroef klemmen.
1.
De afdekking van het kettingwiel verwijderen (afb. 5)
2.
De zaagketting op de balk monteren (looprichting van de
zaagketting - afb. 9 opvolgen!).
3.
De spanschroef los maken (afb. 4/B).
4.
De zaagketting tegen het kettingwiel aanleggen en de
balk aanbrengen (het langwerpige gat van de balk en de
boringen van de balk passen in de bouten van de
kettingbalk en op de spanbouten - afb. 6).
5.
Afdekking (afb. 7) monteren (afb. 8) en licht aandraaien
(handvast).
LET OP: De zaagketting niet tegen de looprichting in
positioneren. Als de zaagketting omgekeerd is, vibreert de
steel sterk en werkt het zagen niet (afb. 9).
Samenbouw van de greep:
Greep monteren als getoond op afb. 12.
Inklapfunctie:
Klap de kettingzaag voor het zagen van takken, zoals op afb.
13 getoond samen en draai de twee schroeven vast.
Hoekinstelling van de zaagkop
Let op! Instellingen enkel bij uitgeschakeld apparaat
verrichten!
De zaagkop kan in 3 verschillende zaaghoeken vergrendeld
worden om het individuele werken mogelijk te maken.
Druk hiervoor op de positioneerschroef (afb. 2/5) en stel de
zaagkop in de gewenste werkpositie. Fixeer nu met de
positioneerschroef de zaagkop in de gewenste positie (afb.
2/5).
Veiligheidsinstructies voor de bediening
Gebruik het apparaat pas nadat u de gebruiksaanwijzing
aandachtig hebt gelezen.
Let op alle, in de gebruiksaanwijzing aangegeven,
veiligheidsinstructies.
Gedraagt u zich verantwoord tegenover andere
personen.
Bij werkzaamheden gewoon lopen, niet rennen.
Gebruik altijd de juiste kleding.
Bediening
1.
De zaag met het verlengsnoer verbinden. Het
verlengsnoer aan de spanning aansluiten.
2.
Beide handen bij het gebruik van de zaag gebruiken.
Slechts de voorziene greep bij het gebruik van de
kettingzaag (afb. 10) gebruiken. Goed vasthouden. De
duimen en vingers moeten om de greep en de steel van
de kettingzaag liggen.
3.
Controleren of de voeten goed geplaatst zijn. Het
gewicht gelijkmatig over de voeten verdelen.
4.
Om het apparaat in te schakelen eerst de vastzetting
indrukken en daarna de aan/uit-schakelaar. Daardoor
wordt de kettingzaag ingeschakeld. Het loslaten van de
aan/uit-schakelaar schakelt de kettingzaag uit.
Controleren of de kettingzaag met volle snelheid loopt
voordat met de eerste zaagwerkzaamheden wordt
begonnen.
LET OP: Steeds de aanslagvlaktes aan de zaagkop
gebruiken om de zaag te steunen!
Bij het begin van een snede de bewegende zaagketting tegen
het hout drukken. De kettingzaag vast in de handen houden
om daardoor een mogelijk opspringen of glijden (zijdelingse
bewegingen) van de zaag te verhinderen.
5.
De kettingzaag met een lichte druk toevoeren. De
kettingzaag niet forceren. In ander geval kan de motor
overbelast raken en verbranden. De zaag werkt beter en
veiliger bij de voorziene snelheid.
6.
De kettingzaag van de snede verwijderen terwijl zij nog
met volle snelheid loopt. De kettingzaag door het
loslaten van de startschakelaar uitschakelen. De
kettingzaag moet volledig tot stilstand gekomen zijn
voordat deze weggelegd mag worden.
VOORZICHTIG:
Terugslag vermijden. Een terugslag kan de zwaarste
verwondingen veroorzaken.
De kettingzaag niet vanaf een boom, een ladder of een
andere onstabiel onderstel en in een onveilige positie
gebruiken.
Professionele ondersteuning vragen, als de
omstandigheden het gebruik van een zwaardere machine
vereisen.
Afstellen van de kettingspanning
LET OP: Altijd op de juiste kettingspanning letten.
Een losse zaagketting verhoogt het gevaar van
terugslagen. Een losse zaagketting kan uit de geleider
springen. Deze zou de bedienende persoon kunnen
verwonden en de zaagketting beschadigen. Een losse
zaagketting veroorzaakt een snelle slijtage van de
zaagketting, de geleidebalk en het kettingwiel.
Afb. 4:
A
Spannen van de ketting
B
Losdraaien van de ketting
1.
Voor het afstellen van de ketting controleren of de moer
van de kettingbalk (afb. 3/1) slechts met de hand is
aangedraaid.
2.
De spanschroef in de richting van de klokwijzers draaien,
tot de zaagketting gespannen is (Afb. 4/A)
Aanwijzing: De ketting is correct gespannen, als
deze zodanig aanligt dat zij niet uit het geleide kan
springen. De ketting moet vrij kunnen bewegen. Indien de
ketting niet
32

Publicité

loading

Ce manuel est également adapté pour:

95157