Wanneer de test met succes is uitgevoerd:
De pomp-LED brandt groen
en wordt begeleid door een
akoestisch
bevestigingssignaal.
Wanneer de test niet met succes is uitgevoerd:
De pomp-LED brandt rood en
gaat
vergezeld
van
een
continue signaaltoon.
De
pomp
schakelt
automatisch uit.
Werking beëindigen
1. De
X-am
5000/5600
gebruiksaanwijzing uitschakelen.
Voordat het apparaat zich uitschakelt, worden kortdurend
een optisch en akoestisch alarm geactiveerd.
De X-zone 5000 staat in de STANDBY-modus.
2. Monsternameslang of Dräger sonde van het filter
schroeven.
3. Houder (pomp) door te draaien van de sluitbeugel
verwijderen.
De pomp schakelt zich uit.
4. Houder op de behuizing plaatsen.
5. Sluitbeugel op de houder vasttrekken.
9.3
Tijdens de pompmodus in acht nemen
Spoeltijd afwachten.
Vóór elke meting, Dräger monsternameslang of Dräger
sondes met het te meten luchtmonster spoelen.
De spoelfase is nodig om alle invloeden op te heffen of te
minimaliseren, die kunnen optreden bij gebruik van een
monsternameslang of een sonde, bijv. absorpties in de
slang, dood volume.
De duur van de spoelfase is afhankelijk van factoren zoals
bijv. type en concentratie van het te meten gas of damp,
materiaal,
lengte,
monsternameslang of de sonde. Als "vuistregel" kan bij het
gebruik van een monsternameslang (fabrieksnieuw, droog,
schoon), een gemiddelde spoeltijd van ca. 3 seconden per
meter worden aangenomen. Deze spoeltijd geldt tevens
voor de responsetijd van de sensor (zie gebruiksaanwijzing
van het gebruikte gasmeetinstrument).
Bijvoorbeeld:
Dräger X-zone 5000
aan
de
hand
diameter
en
leeftijd
bij een 10 m lange monsternameslang bedraagt de
spoeltijd ca. 30 seconden en de responsetijd van de
sensor bovendien ca. 60 seconden, de totaal benodigde
tijd voor het aflezen van het gasmeetinstrument bedraagt
ca. 90 seconden.
Het flowalarm wordt vertraagd nagelang de lengte van de
slang met 10 tot 30 seconden.
9.4
Filter verwisselen
1. Aansluitmondstuk van het filter afschroeven.
2. Sluitbeugel van de houder (pomp) losdraaien.
3. Houder (pomp) verwijderen.
00933112.eps
4. Filter
afschroeven.
5. Nieuw
filter
83 19 364) rechtsom op
het apparaat schroeven.
6. Houder (pomp) op de
behuizing plaatsen.
7. Sluitbeugel op de houder
(pomp) vasttrekken.
8. Aansluitmondstuk op het
nieuwe filter schroeven.
00933112.eps
9.5
Afstelling X-zone 5000 (pompmodus)
van
de
AANWIJZING
i
i
Voor de kalibratie-intervallen zie gebruiksaanwijzing/
gegevensblad van de gebruikte sensoren.
9.5.1
Verse lucht afstellen
X-am 5000/5600 verse lucht instellen, vrij van meetgassen of
andere storende gassen. Bij het instellen van verse lucht wordt
het nulpunt van alle sensoren (met uitzondering van de
DrägerSensor XXS O
DrägerSensor XXS O
bij de DrägerSensor XXS CO
1. X-am 5000/5600 inschakelen.
2.
-toets drie keer indrukken, het symbool voor het instellen
van verse lucht »
3.
-toets indrukken om het instellen van verse lucht te
OK
starten.
De meetwaarden knipperen.
Wanneer de meetwaarden stabiel zijn:
4.
-toets indrukken om het instellen uit te voeren.
OK
5. De huidige gasconcentratie en » OK « worden afwisselend
weergegeven.
van
de
6.
-toets indrukken om de instelfunctie te verlaten of ca.
OK
5 seconden wachten.
Als er tijdens de instelprocedure een storing is opgetreden:
Het storingssymbool »
meetwaarde wordt voor de betreffende sensor »
weergegeven.
Werking met pomp (optioneel)
linksom
(bestelnr.
) en XXS CO
) op 0 gezet. Bij de
2
2
wordt de weergave op 20,9 vol.-% en
2
op 0,0 vol.-% gezet.
2
« verschijnt.
« verschijnt en in plaats van de
01433112.eps
«
183