In de pompmodus
1. X-zone 5000 inschakelen (zie "Apparaat inschakelen" op
pagina 166).
2. Afsluiter op testgascilinder schroeven.
3. Slang van testgascilinder met de klok mee aan het filter
schroeven.
4. Wachten, totdat het apparaat de testgasconcentratie met
voldoende tolerantie weergeeft:
Ex: ±20 % van de testgasconcentratie
1
O
: ±0,8 vol.-%
2
TOX: ±20 % van de testgasconcentratie
Afhankelijk van de testgasconcentratie wordt bij het
overschrijden van de alarmgrenzen het alarm A1 of A2
geactiveerd.
5. Slang van de testgascilinder tegen de klok in van het filter
afschroeven.
Wanneer de indicaties niet in de bovenvermelde bereiken
liggen: Laat de X-am 5000/5600 door onderhoudspersoneel
kalibreren.
3.4.3
Verbindingstest uitvoeren
Met de verbindingstest kan worden gecontroleerd of alle
X-zone 5000 correct zijn verbonden.
Om een verbindingstest uit te voeren:
1.
-toets indrukken om het menu op te roepen.
OK
2. Met
-toets de functie
selecteren en bevestigen,
om de verbindingstest te
starten.
Er wordt driemaal een
signaal via claxon en LED-
lichtring gegeven op alle
apparaten die draadloos of
per kabel zijn verbonden.
AANWIJZING
i
i
Optioneel
kan
geschakeld. De instelling kan met behulp van de PC
software Dräger CC-Vision worden geconfigureerd
(zie hoofdstuk 10 op pagina 184).
Dräger X-zone 5000
1
1
.
ook
het
relaiscontact
3.5
Alarmdempingsring
WAARSCHUWING
!
De alarmdempingsring mag niet worden gebruikt in
gebieden waar explosiegevaar aanwezig is!
03633112.eps
Dräger adviseert om bij het in-, uitschakelen en bij de
functietest van de X-zone 5000 gehoorbescherming te dragen
of de alarmdiepingsring (bestelnr. 83 20 110) te gebruiken,
omdat het akoestische alarm kortdurend wordt geactiveerd.
04833112.eps
worden
Werking
03033112.eps
169