D E FU N CT I E TO E T S E N , R E G E L AA R E N
s
D R UK W EE R G AV E
A
B
C
NL
A PRO G R AM M EERTOET S Prog .
Met deze toets kunt u de volgende instellingen uitvoeren:
●
– de brouwtemperatuur veranderen
– de automatische uitschakeling instellen
– programmeren of er een waterfilter is geïnstalleerd of niet en daarmee de
ontkalkingsinterval verlengen
– een reset uitvoeren en de fabrieksinstellingen terugzetten
Hoe u de instellingen precies door kunt voeren, leest u in het hoofdstuk
"Apparaatinstellingen doorvoeren" op pagina 163 van deze handleiding.
B TOE TS 1 K OPJE KOFFIE ZE TTEN
Met deze toets kunt u de hoeveelheid koffie voor 1 kopje programmeren of, als
●
de hoeveelheid is geprogrammeerd, de afgifte van de koffie starten door kort op
de toets te drukken. Meer informatie hierover vindt u op pagina 170.
C TOE TS 2 KOP JES KOFF IE ZE TTE N
Met deze toets kunt u de hoeveelheid koffie voor 2 kopjes programmeren of, als
●
de hoeveelheid is geprogrammeerd, de afgifte van de koffie starten door kort op
de toets te drukken. Meer informatie hierover vindt u op pagina 170.
158
D
M
N
E
D S TO OMTO ET S
Met deze toets kunt u de stoomfunctie inschakelen om het apparaat voldoende
●
op te warmen om stoom te genereren om melkschuim te maken of om dranken
te verwarmen.
M ST O OM- / HEETWATERR EGELA A R
Wanneer de stoomfunctie is geactiveerd en de
●
u de stoom- / heetwaterregelaar volledig tegen de klok in draaien om stoom uit
het stoom- / heetwaterpijpje te laten komen zodat u melk kunt opschuimen of
dranken kunt verwarmen. Meer informatie hierover vindt u op pagina 171–173.
Als de stoomfunctie niet is geactiveerd, maar het apparaat staat in de functie
●
koffie zetten, kunt u met de stoom- / heetwaterregelaar de heetwaterfunctie in-
schakelen. Zolang de regelaar is ingeschakeld, komt er heet water uit het pijpje.
Meer informatie hierover vindt u op pagina 173.
AANWIJZING: Direct na het gebruiken van stoom is de espressomachine te heet
om koffie te zetten. U herkent dit aan het feit dat de stoomtoets nog brandt (dan
staat het apparaat nog in de stoommodus) of de twee toetsen voor koffie zetten
knipperen om aan te geven dat het apparaat nog steeds aan het afkoelen is. Als u
vervolgens op een van de twee koffietoetsen drukt, voert het apparaat een afkoe-
lende spoeling uit (er komt stoom uit in de lekbak) om de temperatuur van de boiler
sneller te laten afkoelen om koffie te kunnen zetten.
;
N
O N/ OF F-T OETS (ZI JKAN T VA N HET A PPAR AAT)
Zodra u het apparaat met deze toets hebt ingeschakeld, knipperen de vier
●
LED-toetsen tweemaal en begint de opwarmfase. De twee toetsen
knipperen totdat de temperatuur voor het zetten van koffie is bereikt. De twee
toetsen lichten dan constant wit op.
E DRUKWEERG AVE (M AN OM ETER)
De manometer meet de druk waarmee het water door het koffiepoeder in de
●
filterhouder wordt gedrukt. Het extractiebereik is ideaal wanneer de wijzer van
de manometer tussen 8 en 12 ligt tijdens de extractie, speciaal voor espresso. De
espresso heeft dan een fijne, gelijkmatige crèmelaag.
Als de wijzer tijdens de extractie onder 6 staat, dan loopt het water met te weinig
●
druk d.w.z. te snel door de filterhouder, de koffie wordt waterig en heeft een te
lichte of te weinig crème en kan zuur smaken. De redenen kunnen zijn: te grofge-
malen koffiepoeder; te weinig koffiepoeder in de filterhouder, het koffiepoeder
is niet voldoende aangedrukt of het koffiepoeder is te lang bewaard.
Als de wijzer tijdens het doorlopen hoger dan 13 staat, dan loopt het water met
●
te veel druk d.w.z. te langzaam door de filterhouder, de koffie wordt bitter en
heeft een gevlekte of onregelmatige crèmelaag. De redenen kunnen zijn: te fijn-
gemalen koffiepoeder; te veel koffiepoeder in de filterhouder of het koffiepoeder
is te hard aangedrukt.
-toets brandt constant, kunt
NL
en
159