TIMING
Met de inwerkingtreding op 1 januari 2015 van de
nieuwe regels van de Europese Commissie, EU65
"Energy label" en EU66 " Ecodesign", hebben wij
onze producten conform gemaakt aan de nieuwe
vereisten.
Alle versies van de modellen met Energy Label
werken elektronisch en hebben getimede functies
voor de afzuigsnelheden hoger dan 650m³/h.
De modellen met ingebouwde motor en een maxi-
mum vermogen hoger dan 650m³/h voorzien een
4e snelheid met geprogrammeerde tijden na 5
minuten bedrijf. Als de hierboven vermelde gepro-
grammeerde tijden verstrijken, schakelt de afzuig-
motor automatisch terug naar de 3e snelheid.
Producten met een externe motor worden alleen
gecombineerd met op afstand bediende motoren
die, zoals de uitvoeringen met ingebouwde motor,
voor vermogens hoger dan 650m³/h, getimede
snelheden hebben. (Zie de gebruiksaanwijzingen
van de afstandsbediende motoren).
Afstandsbediende motoren met een vermogen
hoger dan 650m³/h, zowel in de 4e als in de 3e
snelheid, worden automatisch als volgt getimed:
van de 4e snelheid, na 6 minuten bedrijf, wordt
automatisch overgeschakeld naar de 2e snelheid.
Als de 3e snelheid van het product wordt ingesteld,
wordt na 7 minuten automatisch overgeschakeld
op de 2e. De mogelijkheid om de gebruikte snelhe-
den te wijzigen, blijft hoe dan ook bestaan.
In stand-by verbruikt het product minder dan 0.5W.
ONDERHOUD
* Een nauwkeurig onderhoud verzekerd een goe-
de werking en een langdurig rendement.
* Een speciale zorg moet gegeven worden aan het
antivetpaneel.
Het verwijderen van de metalen vetfilter gebeurt
door het daarvoor voorziene handvat naar de
achterzijde van de dampkap te duwen en de filter
naar beneden te draaien en los te maken van zijn
plaats (tek. 3).
De filter wordt met de tegenovergestelde bewer-
king weer aangebracht.
Na 30 bedrijfsuren (mod. SL) zal het bedieningspa-
neel d.m.v. het knipperen van de knopjes, aange-
ven dat het vetfilter gereinigd dient te worden. Druk
op de knop van de naloopautomaat
apparaat te resetten.
Het schoonmaken van de vetfilter kan met de
hand of in de vaatwasmachine gebeuren. Het
schoonmaken gebeurt in functie van het gebruik,
minstens 1 maal om de 2 maanden.
* In het geval van een toestel in filterversie is het
noodzakelijk de actieve koolstoffilter regelmatig te
vervangen (tek. 7). Om de koolstof filter te verwi-
jderen wordt eerst de vetfilter verwijderd (tek. 3).
Vervolgens trekt men aan het daarvoor voorziene
plastic lipje van de koolstoffilter en duwt men deze
van zijn plaats. De koolstoffilter wordt met de tege-
novergestelde bewerking weer aangebracht. Het
vervangen van de koolstoffilter gebeurt in functie
van het gebruik, minstens 1 maal om de 6 ma-
anden.
* Voor het onderhoud van het toestel zelf wordt
aangeraden gebruik te maken van lauw water en
een neutraal schoonmaakmiddel, en het gebruik
van produkten die schuurmiddelen bevatten te
vermijden. Voor het onderhoud van stalen appa-
raten wordt aangeraden specifieke produkten te
gebruiken, en de instructies op het produkt te
volgen.
46
om het