3.
Druk op de meettoets.
De over te nemen afstand wordt gemeten en in de
bovenste regel voor het tussenresultaat weergege-
ven.
4.
Druk op de meettoets.
Het continu meten wordt gestart.
In de onderste regel voor het tussenresultaat wordt
het verschil tussen de actuele afstand en de over te
nemen afstand weergegeven.
5.
Het apparaat zolang vooruit- en terugschuiven tot
het verschil gelijk is aan of bij benadering „nul" is.
6.
Met de C-toets kan op elk gewenst moment de
meting worden gestopt, gewist en opnieuw worden
gemeten.
AANWIJZING Verdere "Undo" stappen zijn niet mo-
gelijk. Als meerdere malen de C-toets wordt inge-
drukt, of eenmaal de FNC-toets, wordt de functie
afgebroken.
7.8.2 Overbrengen van bepaalde afstanden
1.
Om de functie Overnemen te activeren op de FNC-
toets drukken.
AANWIJZING Na het starten van de functie "Over-
nemen" is de laserstraal al ingeschakeld.
2.
Geef de over te brengen afstand op door op de
plustoets te drukken.
AANWIJZING Door het achter elkaar indrukken van
de plustoets wordt de laatste positie een voor een
verhoogd. Door het ingedrukt houden van de plus-
toets wordt sneller opgeteld. Des te langer de toets
wordt ingedrukt des te sneller wordt opgeteld. De
mintoets werkt op dezelfde wijze als de plustoets –
alleen wordt nu omlaaggeteld.
3.
Druk op de meettoets.
Het continu meten wordt gestart.
In de onderste regel voor het tussenresultaat wordt
het verschil tussen de actuele afstand en de over te
nemen afstand weergegeven.
4.
Het apparaat zolang vooruit- en terugschuiven tot
het verschil gelijk is aan of bij benadering „nul" is.
5.
Met de C-toets kan op elk gewenst moment de
meting worden gestopt, gewist en opnieuw worden
gemeten.
AANWIJZING Verdere "Undo" stappen zijn niet mo-
gelijk. Als meerdere malen de C-toets wordt inge-
drukt, of eenmaal de FNC-toets, wordt de functie
afgebroken.
7.9 Schilderoppervlakken
+
27.317
De functie "Schilderoppervlakken" wordt gebruikt voor
het bepalen van bijv. de oppervlakte van muren in een
vertrek. Hiertoe wordt de som van alle wandlengtes be-
paald en vermenigvuldigd met de hoogte van het vertrek.
1.
Om de functie Schilderoppervlakken te activeren op
de FNC-toets drukken.
AANWIJZING Na het starten van de functie "Schil-
deroppervlakken" is de laserstraal al ingeschakeld.
2.
Meet eerst de wandlengte.
De afstand wordt in de bovenste regel voor de
tussenresultaten weergeven.
3.
Druk op de plustoets en meet de volgende afstand.
De som van de beide afstanden wordt in de resul-
taatregel weergegeven.
4.
Druk weer op de plustoets om de volgende afstand
te meten.
De som van de afstanden springt naar de bovenste
regel voor de tussenresultaten.
5.
Meet de 3e afstand en, indien noodzakelijk, verdere
afstanden.
6.
Druk opnieuw op de meettoets als alle wandlengtes
na de laatste afstandsmeting zijn opgeteld en de
som van alle afstanden in de resultaatregel wordt
weergegeven.
De som van de afstanden springt naar de bovenste
regel voor de tussenresultaten en een vermenigvul-
digingsteken in de regel hieronder.
7.
Meet nu de hoogte van het vertrek.
Het totale muuroppervlak van het vertrek wordt in
de resultaatregel weergegeven.
m
5.489
+
12.349
m
m
2
137
nl