NEDERLaNDS
40
Restrisico's
Letselgevaar!
Elektrisch gevaar
Direct/indirect elektrisch contact; kan tot
stroomschokken leiden. Enkel aan stroomnetten
met een veiligheidsschakelaar voor foutstroom
aansluiten.
Thermische gevaren
Verbrandingen: het aanraken van het bescher-
mingsrooster of apparaatbehuizing kan tot
verbrandingen leiden. Ontwijk deze onderdelen.
Ondanks nakoming van alle relevante bouwvoor-
schriften kunnen bij het gebruik van de machine
toch noch gevaren ontstaan.
BEDREIGING DOOR wERKSTOFFEN EN aNDERE
STOFFEN
Contact/inademing:
Het inademen van propaan of butaan kan scha-
den aan de gezondheid veroorzaken.
Let er op dat alle aansluitingen dicht zijn en
gebruik het apparaat slechts buiten of in goed
geventileerde ruimten.
Tijdens het gebruik van de warmtestraler wor-
den grote hoeveelheden zuurstof verbruikt;
dit kan in kleine ruimten tot zuurstofgebrek
leiden.
Enkel in goed geventileerde ruimten gebruiken! In
woon- en slaapruimten is het gebruik verboden.
Vuur of explosie:
In de omgeving van licht ontvlambare stoffen
bestaat het hoogste brand- en explosiegevaar.
Minimaal 60 cm/2 m afstand aan alle kanten
houden! Nicht in der Nähe von entzündlichen
Stoffen betreiben.
Niet voor het drogen van textielmaterialen of
andere brandbare stoffen gebruiken.
Veiligheid op de werkplek
Houd je werkomgeving schoon en goed verlicht.
wanorde of niet verlichte werkplekken kunnen tot
ongevallen leiden.
Houd rekening met omgevingsinvloeden
Plaats het apparaat niet in de regen. Gebruik het ap-
paraat niet in een vochtige of natte omgeving. zorg
voor een goede verlichting. Gebruik het apparaat
niet in de buurt van brandbare vloeistoffen of gassen.
(met uitzondering van de voor het gebruik benodig-
de stoffen – in dit geval propaan/butaan).
Houd andere personen op afstand!
Laat andere personen, speciaal kinderen, het ap-
paraat of het snoer niet aanraken. Houd ze op afstand
van de werkomgeving.
Juiste opslag!
Niet in gebruik zijnde apparaten moeten op een
droge, afgesloten plaats en buiten het bereik van
kinderen opgeslagen worden.
Overbelast uw apparaat niet!
U werkt beter en veiliger in het aangegeven gebru-
iksgebied.
Gebruik het juiste apparaat!
Gebruik de werktuigen niet voor doeleinden waar-
voor deze niet bestemd zijn.
maak het apparaat vast!
Monteer nu het apparaat als in het hoofdstuk "Monta-
ge" beschreven.
Onderhoud uw apparaat zorgvuldig!
Volg de onderhoudsvoorschriften en de aanwijzin-
gen op. Controleer regelmatig het elektrische snoer
van het apparaat en laat het bij beschadigingen
door een erkende vakman vervangen. Controleer de
verlengkabels regelmatig en vervang deze, als ze zijn
beschadigd. Houd de handgrepen droog en vrij van
olie en vet.
wees oplettend!
Let op wat er gedaan wordt. Ga met verstand te werk.
Gebruik het apparaat niet bij vermoeidheid.
Controleer het apparaat op eventuele beschadigin-
gen!
Vóór het gebruik van het apparaat moeten veiligheids-
delen of licht beschadigde onderdelen zorgvuldig op een
perfecte en bedoelde functie onderzocht worden. Con-
troleer of de bewegende onderdelen goed functioneren
en niet klemmen en of de onderdelen zijn beschadigd.
Alle onderdelen moeten op juiste wijze gemonteerd
zijn en aan alle voorwaarden voldoen om een goed
gebruik van het apparaat te waarborgen. beschadigde
veiligheids- en andere onderdelen moeten vakkundig
door een erkende werkplaats gerepareerd of vervangen
worden, voor zover niets anders in de gebruiksaanwijzing
daarover is aangegeven. Laat beschadigde schakelaars
door een werkplaats van de klantendienst vervangen.
Gebruik geen elektrische apparaten waarvan de schake-
laar zich niet laat in- en/of uitschakelen.
waarschuwing!
Het gebruik van andere hulpstukken kan letselgevaar
betekenen.
Laat uw apparaat door een vakkundige persoon
repareren!
Dit apparaat voldoet aan de desbetreffende