relativo supporto. Fare attenzione
alla corretta posizione di montaggio
durante l'inserimento del modulo
(la sospensione della cordicella di
supporto è IN ALTO). Se necessario,
rimuovere il blocco di connessione
fissato al supporto del modulo
mediante una rotazione a sinistra.
Indicazioni manutenzione
Consigliamo di eseguire una regolare
pulizia e manutenzione soprattutto
in caso di posizionamento in prossi
mità di aree costiere, in zone indu
striali e in strade molto trafficate.
Eliminare il più rapidamente possibile
tracce di sporco particolarmente
aggressive, ad esempio escrementi
di uccello.
Non utilizzare per nessuna delle
nostre superfici prodotti di pulizia
abrasivi o aggressivi, come lana di
acciaio, spugne o creme detergenti!
Per la pulizia normale sono suffi
cienti in gran parte acqua calda,
eventualmente un po' di detersivo
per piatti, un panno morbido non
abrasivo (ad es. panno per occhiali,
panno lucidante per mobili, ecc.) o
una spazzola morbida in nylon.
Le parti in plastica, come l'involucro
della telecamera o le targhette del
nome, non devono essere trattate
con agenti detergenti per metalli.
Dopo la pulizia eliminare tutti i
residui di detergente o lubrificante
per evitare macchie o scolorimenti!
Al termine della pulizia asciugare
accuratamente tutte le superfici!
Anche gocce d'acqua possono cau
sare la formazione di macchie in casi
sfavorevoli.
10
Nederlands
Toepassing
Siedle Classic deurstation wordt
voor de inbouwmontage in muren
gebruikt.
Het installatieprincipe van Siedle
Classic is opgebouwd zoals bij Siedle
Vario. De installatie geschiedt via tel
kens één klemmenblok per module.
Op ieder klemmenblok bevindt
zich de aanduiding van de module
(bijv. BCM 653-03) en naast de
schroefklemmen de respectievelijke
klemaanduiding.
Elektrische spanning
Inbouw, montage en onderhouds
werkzaamheden aan elektrische
apparaten mogen uitsluitend door
een elektrovakman worden uitge
voerd.
Binnen de inbehuizing van het deur
station zijn volgens DIN VDE 0100
resp. EN 60065 geen externe vol
tages boven 50 V toegestaan.
Leveringsomvang
• Inbouwbehuizing uit verzonken
staalblik (evtl. separaat geleverd)
• Kartonnen pleisterbescherming
(evtl. separaat geleverd)
• Frontpaneel incl. functiemodule en
oproeptoets(en) met geïntegreerde
verlichting
• Inbussleutel grootte 2,5
• Reinigingsdoek
• Nylon kabel voor bevestiging van
het frontpaneel
• deze productinformatie
Montage
• Het frontpaneel met de functie
eenheden mag niet mee ingebouwd
worden.
• Indien de afwerkingspleisterlaag
op een later tijdstip wordt aange
bracht, dient voordien het frontpa
neel te worden gedemonteerd.
Bij video-installaties moeten de
volgende inbouwsituaties absoluut
vermeden worden:
• direct tegenlicht
• directe zonnestralen
• achtergrondbeeld met grote fel
heid
• sterk reflecterende muren tegen
over de kamera
• lampen resp. directe lichtbronnen
1 Aanbevolen inbouwhoogte
ca. 1,60 m tot het midden van de
camera. Bij installaties zonder video
dient het midden van de inbouw
behuizing tussen 1,40 m - 1,60 m
liggen.
2 Beschermend pleisterkarton uit de
inbouwbehuizing verwijderen, kabel
doorvoer uit de behuizing uitbreken
en kabel invoeren. Inbouwbehuizing
verstevigen met de kartonnen pleis
terbescherming.
3 Inbouwbehuizing vlak inpleis
teren (let op de inbouwpositie, zie
markering in de inbouwbehuizing).
Pleisterbescherming dient in de
behuizing te zijn ingelegd, om een
vervorming te voorkomen. Hij mag
in geen geval uit de wand uitsteken
en max. 8 mm in de wand zijn inge
pleisterd, omdat anders de bevesti
gingsschroeven van het frontpaneel
te kort zijn.
4 De 2 blikken deksels op de
inbouwbehuizing naar buiten
draaien en frontpaneel plaatsen.
5 Frontpaneel met nylon snoer in de
inbouwbehuizing bevestigen.
Installatie en ingebruikname
Installatie, ingebruikname en pro
grammering zijn in het betreffende
systeemhandboek beschreven en
zijn meegeleverd bij de netvoeding
resp. server.
6 Voor een nette bekabeling, kan de
installatiekabel op de moduledrager
worden bevestigd. Daarvoor kunnen
de voorgesneden kabelgaten uit de
moduledrager worden uitgebroken.
De installatiekabel wordt dan met de
kabelvoering op de moduledrager
bevestigd.