Nederlands
beweging van de vlotterschakelaar garanderen.
Inbouwmaten/schachtafmeting
(zie tevens fig. 2)
Pomp
H
min
Drain
TS 32/9
400
TSW 32/8
400
TS 32/12
400
TSW 32/11
400
Pomp
a
Drain
TS 32/9
246
TSW 32/8
266
TS 32/12
270
TSW 32/11
290
De diameter van de persleiding (leiding-/slang-
aansluiting) mag niet kleiner zijn dan de persaan-
sluiting van de pomp om een verhoogd risico op
verstopping en een groter drukverlies te voorko-
men. Om drukverlies te voorkomen wordt aange-
raden om een iets grotere leidingaansluiting te
gebruiken.
Stationaire natte opstelling
Bij een stationaire natte opstelling van de pompen
met een vaste persleiding moet de pomp zo gepo-
sitioneerd en bevestigd worden dat:
• de aansluiting van de persleiding niet het gewicht
van de pomp draagt.
• de persleiding geen kracht uitoefent op het aan-
sluitstuk.
• de pomp spanningsloos is ingebouwd.
Ter bescherming tegen eventuele opstuwing uit
het openbare riool dient de persleiding met een
boog over het plaatselijk bepaalde rioolniveau
(meestal straathoogte) te worden geleid. Een
terugslagklep is geen garantie voor een goede
afsluiting van de opstuwing.
• Als de pomp vast geïnstalleerd wordt, moet de
meegeleverde terugslagklep worden geïnstal-
leerd.
• De leidingaansluitingen voor de persaansluiting
met Teflon-band afdichten.
AANWIJZING: permanente lekkage in dit bereik
kan vernieling van de terugslagklep en de draad-
aansluiting veroorzaken.
Transportabele natte opstelling
Bij de transportabele natte opstelling met een
slangaansluiting dient ervoor gezorgd te worden
dat de pomp in de schacht niet omvalt of ver-
plaatst wordt (bijv. door een lichtjes voorgespan-
nen ketting/kabel te bevestigen).
AANWIJZING: bij toepassing in putten zonder een
vaste bodem moet de pomp op een voldoende
grote plaat worden opgesteld of in een geschikte
positie aan een kabel of ketting worden gehan-
gen.
28
B
h ± 8
h1 ± 8
min
[mm]
400 x 400
330
130
400 x 400
340
140
400 x 400
350
130
400 x 400
360
140
b
c
d
280
320
161
300
340
161
300
340
171
320
360
171
7.2 Elektrische aansluiting
GEVAAR! Levensgevaar!
Bij een ondeskundige elektrische aansluiting
bestaat levensgevaar door elektrische schokken.
Elektrische aansluiting uitsluitend door een
h2 ± 8
elektricien met toelating door het plaatselijke
energiebedrijf en overeenkomstig de plaatselijk
14
geldende voorschriften laten uitvoeren.
24
• De stroomsoort en spanning van de netaansluiting
14
dienen overeen te komen met de gegevens op het
24
typeplaatje.
• Zekering aan netzijde: 10 A, traag.
• Installatie volgens voorschriften aarden.
• Het wordt aangeraden om een lokaal ter beschik-
king te stellen lekstroom-veiligheidsschakelaar
voor een uitschakelstroom van 30 mA in te bou-
wen (bij opstelling in de buitenlucht voorschrift!).
• De pomp is bedrijfsklaar.
Om de pomp op een schakeltoestel aan te sluiten
wordt de Schuko-stekker losgemaakt en de aan-
sluitkabel als volgt aangesloten (zie inbouw- en
bedieningsvoorschriften van het schakeltoestel):
3-aderige aansluitkabel: 3x1,0 mm²
Ader
Bruin
Blauw
Groen/geel
De contactdoos resp. het schakeltoestel dienen
beveiligd tegen overstromingen en in een droge
ruimte te worden geïnstalleerd.
8 Inbedrijfname
GEVAAR! Gevaar door elektrische schokken!
De pomp mag niet worden gebruikt om zwem-
baden/tuinvijvers of soortgelijke plekken te
legen, indien zich daar personen in het water
bevinden.
VOORZICHTIG! Gevaar voor materiële schade!
De mechanische afdichting mag niet drooglo-
pen!
Droogloop verkort de levensduur van motor en
mechanische afdichting. Bij een beschadiging
van de mechanische afdichting kunnen er kleine
hoeveelheden olie in de vloeistof komen.
• Bij het vullen van de schacht resp. neerlaten van de
pomp in de put dient erop gelet te worden dat de
vlotterschakelaars zich vrij kunnen bewegen. De
schakelaar moet de pomp uitschakelen, voordat
de aanzuigopeningen van de pomp lucht kunnen
aanzuigen.
• Nadat de schacht gevuld en de afsluiter aan de
perszijde (indien aanwezig) geopend is, start de
pomp automatisch als het schakelniveau "h" is
bereikt. De pomp schakelt uit, zodra het uitscha-
kelniveau "h1" wordt aangesproken.
• De waterstraal die de schacht in loopt, mag niet op
de zuigkorf van de pomp worden gericht. Meege-
zogen lucht kan de opvoer van de startende pomp
verhinderen.
Klem
L1
N
PE
WILO SE 09/2008