De zgn. "Eigen beschermingstijd" is de tijd, gedurende dewelke men ingebruinde huid maximaal aan de zon
kan blootstellen, zonder dat het rood worden van de huid begint. Naargelang het huidtype ligt de eigen
beschermingstijd tussen 3 minuten (huidtype I) en 90 minuten (huidtype VI). Ze wordt vastgelegd bij UV-index
8 (middagzon in de zomer in Midden-Europa).
Ligt de UV-index hoger (bijv. hooggebergte, tropen, Middellandse Zee) of bij reflecties/verstrooiingen in de
buurt van water, zand of sneeuw, dan wordt de eigen beschermingstijd sterk verminderd. Bij een voorgebrande
huid is de eigen beschermingstijd hoger (niet bij bruiningscrèmes, maar alleen bij "correct" gebruinde huid).
Een zonnecrème verlengt door haar lichtbeschermingsfactor de tijd, die men in de zon kan doorbrengen
zonder zonnebrand (eigen beschermingstijd * lichtbeschermingsfactor).
Bij een eigen beschermingstijd van 10 minuten leidt een lichtbeschermingsfactor van 10 tot een zonnebad-
duur van 100 minuten. Deze tijd mag veiligheidshalve echter niet veel meer dan voor de helft worden gebruikt!
Het meerdere keren insmeren verhoogt de totale duur niet.
d) De UV-sensor in het armbanduurwerk
De UV-sensor is het kleine ronde vlak onderaan het display (zie hoofdstuk 7, pos. 7), waarboven de tekst "UV SENSOR"
staat. Reinig het afdekglas voor u meet.
Richt de sensor zo rechtsreeks mogelijk op de zon, en beweeg het armbanduurwerk tijdens de meting een beetje, om een
maximale waarde te vinden (ev. de piekwaarde-functie activeren, zie de volgende pagina).
• Nadat de UV index-modus ingeschakeld werd, gebeurt in de volgende 5 minuten om de 2 seconden een meeting van
de UV-straling en een bijwerken van de indicatie op het display.
• Na deze 5 minuten wordt slechts om de 10 seconden een meting uitgevoerd, om stroom te sparen.
101