Als de kogelkop (2) niet gespannen is, moet deze als volgt worden gespannen:
De kogelkop moet afgesloten zijn, d.w.z. de pijl op de sleutel (7) moet wijzen naar het symbool "Slot
open" op de knop (5).
De kogelkop (2) met de linkerhand vasthouden. Met de rechterhand de knop (5) in de pijlrichting a
uittrekken en aansluitend hierop in de aangetrokken stand tot aan de aanslag in de pijlrichting b draai-
en. De kogelkop (2) is dan gespannen.
Attentie!
Als de kogelkop (2) niet zoals boven beschreven is kan worden voorgespannen, mag u de
kogelkop (2) niet gebruiken. Neem contact op met uw dealer.
2.3
Kogelkop op de auto monteren
12
2
13
10
6
2
Kogelkop (2) met de sleutel (7) door rechtsom te draaien afsluiten. Nadat de sleutel (7) uit het slot is
getrokken, mag de knop (5) niet meer kunnen worden uitgetrokken. Dek het slot met de stop (6) af.
Attentie!
Om veiligheidsredenen moet de kogelkop (2) in ingebouwde staat afgesloten blijven.
Bewaar de afsluitplug (13) in de auto.
Attentie!
• Bij het monteren van de kogelkop (2) mag de knop (5) niet met
de hand worden beetgepakt, zodat de kogelkop (2) correct in de
vergrendeling kan vallen.
11
• Bij het vergrendelen draait de knop (5) linksom en ligt weer
5
tegen de kogelkop (2).
7
6
De kogelkop (2) in gespannen staat in de richting van de pijl in de
M+P-11A-2161
montagehulp (12) schuiven en krachtig naar boven drukken tot de
kogelkop (2) vergrendelt.
Attentie!
De kogelkop (2) is juist geborgd als
• de groene markering (11) op de knop (5) naar de witte marke-
7
ring (10) op de kogelkop (2) is gericht,
• de kogelkop (2) is afgesloten en de sleutel (7) kan worden ver-
wijderd en
M+P-11A-2162
• de luchtspleet tussen de knop (5) en de kogelkop (2) niet meer
aanwezig is.
- 25 -