GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN
nee 21
– schakel de gewenste versnelling in afhankelijk van de staat waarin het te maaien gazon
verkeert;
– laat het pedaal heel geleidelijk opkomen en pas goed op zoals hierboven beschreven is.
Zet de messen altijd in de hoogste stand om de messen daarna geleidelijk in de gewenste
stand te zetten. Om een goed en gelijkmatig maaibeeld te krijgen moet u de juiste rij-
snelheid instellen afhankelijk van hoeveel gras u wilt maaien (lengte, dichtheid en vochti-
gheid).
De aanpassing van de snelheid aan de toestand van het gazon dient trapsgewijs te gebeu-
ren door middel van de druk die op het aandrijfpedaal wordt uitgevoerd.
Het is in ieder geval verstandig een lagere versnelling te kiezen als de motor het maxi-
mum-toerental niet kan behouden. U moet er altijd aan denken dat u nooit een mooi maai-
beeld krijgt als u te hard vooruit rijdt.
Bij het oversteken van een hindernis moet u de messen uitschakelen en het maaidek in de
hoogste stand zetten.
De maaihoogte afstellen
Met de speciale hendel kunt u 7 verschillende maaihoogten in stellen; om van de ene
stand naar de andere over te gaan moet u op de ontgrendelknop drukken aan het uiteinde
van de hendel.
Hoe krijgt u een mooi maaibeeld
1. Uw gazon zal er mooier uitzien indien u afwisselend in de lengte- en in de dwarsrichting
maait, dit steeds bij een constante maaihoog-
1
2
te.
2. Als het windkanaal de neiging heeft ver-
stopt te raken dan moet u uw snelheid vertra-
gen. Deze kan te hoog zijn met het oog op de
toestand van het te maaien gazon. Indien het
probleem blijvend is, kan dit veroorzaakt wor-
den doordat de messen bot zijn of doordat de
windvleugels beschadigd zijn (zie hoofdstuk
7).