nabijheid van een kraan, badkuip, douche, zwembad,
fonteintje o.i.d., zorg ervoor dat hij nooit in water kan
vallen en voorkom dat water de kachel binnendringt.
Mocht de kachel tóch ooit in water vallen, neem dan
éérst de stekker uit het stopcontact! Een inwendig
nat geworden kachel niet meer gebruiken maar ter
reparatie aanbieden. Dompel kachel, snoer of
stekker nooit in water of andere vloeistof en raak de
kachel nooit met natte handen aan. Plaats het
apparaat niet in een open raam i.v.m. regen, niet op
natte oppervlakken en voorkom dat er vocht op wordt
gemorst.
5. Aansluitspanning en frequentie, vermeld op het
apparaat, dienen overeen te komen met die van het
te gebruiken stopcontact. De elektrische installatie
dient beveiligd te zijn met een aardlekschakelaar
(max. 30 mAmp.).
6. Rol de elektrokabel volledig af voor u de stekker in
het stopcontact steekt, en zorg ervoor dat hij nergens
met de kachel in contact komt of anderszins heet kan
worden. Leid de kabel niet onder tapijt door, bedek
hem niet met matten,
kabel buiten de looproute. Zorg ervoor dat er niet op
getrapt wordt en er geen meubels op worden gezet.
Leid de kabel niet om scherpe hoeken en wind hem
na gebruik niet te strak op!
7. Het gebruik van een verlengsnoer wordt afgeraden
omdat dit oververhitting en brand kan veroorzaken. Is
het gebruik van een verlengsnoer onvermijdelijk, zorg
dan
voor
verlengsnoer met een minimale doorsnee van 2 x 2,5
mm² en een toegestaan vermogen van minimaal
2000 Watt/10Amp. Rol het snoer altijd geheel af om
oververhitting te voorkomen!
8. Om overbelasting en doorgebrande zekeringen te
voorkomen geen andere apparatuur op hetzelfde
stopcontact of dezelfde elektrische groep aansluiten
als waar de kachel op aangesloten is.
9. Gebruik de kachel niet buitenshuis en niet in ruimtes,
kleiner dan 15 m³.
lopertjes o.i.d. en houd de
een
onbeschadigd,
4
goedgekeurd