en metalen zodanig beschadigen dat de
veiligheid van uw STIHL apparaat mogelijk
in het geding komt.
Om oververhitting en brandgevaar te
voorkomen, moeten de gebieden rondom
de luchtsleuven op de elektromotor en de
luchtgeleiders aan de onderzijde van het
apparaat vrij van verontreiniging
(zoals gras, stro, mos, bladeren of naar
buiten gekomen vet) worden gehouden.
Onderhoudswerkzaamheden:
Er mogen alleen
onderhoudswerkzaamheden worden
uitgevoerd die in deze gebruiksaanwijzing
vermeld staan. Alle andere
werkzaamheden dient u door een
vakhandelaar te laten uitvoeren.
Neem altijd contact op met een
vakhandelaar als u niet over de vereiste
kennis en gereedschappen beschikt.
STIHL raadt aan
onderhoudswerkzaamheden en reparaties
uitsluitend door de STIHL vakhandelaar te
laten uitvoeren.
STIHL vakhandelaren volgen regelmatig
cursussen en krijgen voortdurend
technische informatie ter beschikking
gesteld.
Gebruik uitsluitend gereedschappen,
accessoires of combi-apparaten die voor
dit apparaat door STIHL zijn goedgekeurd
of technisch gelijkwaardige onderdelen,
om de kans op ongevallen met letsel of
schade aan het apparaat te voorkomen.
Neem bij vragen contact op met een
vakhandelaar.
Originele STIHL gereedschappen,
accessoires en vervangingsonderdelen
zijn wat betreft hun eigenschappen
optimaal op het apparaat en de behoeften
van de gebruiker afgestemd. Originele
STIHL vervangingsonderdelen zijn
102
herkenbaar aan het STIHL
onderdeelnummer, het STIHL logo en
eventueel het STIHL symbool op de
onderdelen. Op kleine onderdelen kan ook
alleen het teken staan.
Houd waarschuwings- en
instructiestickers altijd leesbaar en
schoon. Beschadigde of verloren gegane
stickers moeten via uw STIHL
vakhandelaar door nieuwe originele
stickers worden vervangen. Let er bij het
vervangen van een onderdeel door een
nieuw onderdeel op dat het nieuwe
onderdeel van dezelfde stickers is
voorzien.
Maaimessen regelmatig controleren op
veilige montage, schade en slijtage.
Werk aan de snijeenheid uitsluitend met
dikke werkhandschoenen en met de
uiterste voorzichtigheid.
Zorg voor een veilig gebruik van het
apparaat en zorg ervoor dat alle moeren,
bouten en schroeven, en zeker de
mesbout goed zijn vastgedraaid.
Inspecteer het gehele apparaat en de
grasopvangbox op gezette tijden, in het
bijzonder voor de opslag van het apparaat
(bijv. voor de winterpauze), op slijtage en
beschadigingen. Versleten of
beschadigde onderdelen moeten om
veiligheidsredenen direct worden
vervangen, om ervoor te zorgen dat de
machine altijd in veilige staat is.
Als onderdelen of
veiligheidsvoorzieningen voor
onderhoudswerkzaamheden zijn
verwijderd, moeten deze weer meteen en
correct worden aangebracht.
4.11 Opslag bij langdurige
bedrijfsonderbrekingen
Sla het afgekoelde apparaat, de accu en
de veiligheidsstekker losgekoppeld van
elkaar veilig in een droge, afgesloten
ruimte buiten bereik van kinderen op.
Controleer of het apparaat tegen gebruik
door onbevoegden (bijv. kinderen) is
beveiligd.
Reinig het apparaat voor het opslaan (bijv.
winterpauze) grondig.
Sla het apparaat in een veilige staat op.
4.12 Afvoer
Voer afgedankte apparatuur (grasmaaier,
accu, oplaadapparaat, accessoires) aan
het eind van de levensduur op de juiste
wijze af. Maak de grasmaaier onklaar
voordat u deze als afval afvoert. Verwijder
ter voorkoming van ongevallen in het
bijzonder de veiligheidsstekker en de
elektrische kabel van de schakelaar naar
de elektromotor.
Kans op letsel door het
snijgereedschap!
Laat ook een apparaat aan het eind van de
levensduur ervan nooit zonder toezicht
staan. Bewaar het apparaat en het
snijgereedschap altijd buiten het bereik
van kinderen.
Accu's moeten losgekoppeld van het
apparaat worden afgevoerd. Zorg ervoor
dat accu's voor het afvoeren ontladen zijn
(bijvoorbeeld door de elektromotor te laten
draaien) en veilig en milieuvriendelijk
worden afgevoerd.
0478 131 9940 A - NL