NL
Afb. 8: Het drukniveau meten
a) correct
b) verkeerd
2b. Controle met het proGAV
Verification Compass
GAV Verification Tool
Compass
fication Compass
Ventricular Catheter
Afb. 9: proGAV Verification Compass
AANWIJZING
Kleine luchtbelletjes in de kamer van het
kompas hebben geen invloed op de functio-
naliteit.
Verification Tool
pro-
proGAV Verification
proGAV Veri-
3. Instelprocedure
WAARSCHUWING
Tijdens het instellen van de instelbare dif-
ferentiaaldrukeenheid mag de openingsdruk
met maximaal 8 cmH
worden gewijzigd.
Voorbeeld: De openingsdruk moet van 3 naar
18 cmH
O worden veranderd. Als het instel-
2
len in één keer wordt uitgevoerd, zal de rotor
linksom draaien (kortere weg) en bij de stand
0 cmH
O aanslaan (afb.10a).
2
Het instellen moet in twee stappen gebeu-
ren: Eerst moet de druk van 3 naar 11 cmH
worden ingesteld en daarna van 11 naar
18 cmH
O. De rotor draait met de klok mee
2
(afb. 10b).
Afb. 10: Rotatie van rotor tijdens het instellen
a) verkeerde richting
b) correcte richting
AANWIJZING
Indien een ongunstige implantatielocatie is
gekozen of indien de huid boven het ventiel
te dik is, kan de instelbare differentiaaldruk-
eenheid mogelijk niet meer worden inge-
steld. Het ventiel maakt in dat geval gebruik
van onveranderlijke drukniveaus. Informeer
de patiënt over dit risico.
AANWIJZING
Door het zwellen van de huid kan het zijn
dat enkele dagen na een operatie het instel-
len moeilijker verloopt.
Bij de pre-operationele instelling door de
steriele verpakking wordt het Adjustment
Tool alleen op het ventiel geplaatst. De
drukknop mag niet worden gebruikt. Door
een te sterke druk van het Adjustment Tool
kan de behuizing van het ventiel bescha-
digd raken, wat de functie kan beïnvloeden.
proGAV
®
Tools
O per instelprocedure
2
O
2