Het motorapparaat wordt slechts door
één persoon bediend – geen andere
personen binnen een straal van 15 m
dulden – ook niet tijdens het starten –
kans op letsel door weggeslingerde
voorwerpen!
Contact met het snijgarni-
tuur voorkomen – kans
op letsel!
De motor niet 'los uit de
hand' starten – starten
zoals in de handleiding
staat beschreven. Het
snijgarnituur draait nog
even door nadat de gas-
hendel wordt losgelaten –
naloopeffect!
Stationair toerental controleren: het
snijgarnituur moet bij stationair toerental
– bij losgelaten gashendel – stilstaan.
Licht ontvlambare materialen (bijv.
houtspanen, boomschors, droog gras,
benzine) uit de buurt van de hete
uitlaatgassen en de hete uitlaatdemper
houden – brandgevaar!
handrugnevelspuit vasthouden en
geleiden
Het motorapparaat altijd met beide
handen op de handgrepen vasthouden.
Altijd voor een stabiele en veilige
houding zorgen.
FS 300, FS 350, FS 400, FS 450, FS 480
Bij uitvoeringen met dubbele
handgreep
De rechterhand op de
bedieningshandgreep, de linkerhand op
de handgreep van de draagbeugel.
Bij uitvoeringen met
beugelhandgreep
Bij uitvoeringen met beugelhandgreep
en beugelhandgreep met beugel
(loopbegrenzer) de linkerhand op de
beugelhandgreep, de rechterhand op de
bedieningshandgreep – geldt ook voor
linkshandigen.
Tijdens de werkzaamheden
Bij dreigend gevaar, resp. in geval van
nood direct de motor afzetten –
combischakelaar/stopschakelaar in
stand STOP, resp. 0 plaatsen.
15m (50ft)
Binnen een straal van 15 m mogen zich
geen andere personen ophouden –
kans op letsel door weggeslingerde
voorwerpen!Deze afstand ook ten
opzichte van andere voorwerpen
(auto's, ruiten) aanhouden – kans op
materiële schade!
Op een correct stationair toerental
letten, zodat het snijgarnituur na het
loslaten van de gashendel niet meer
draait.
Regelmatig de afstelling van het
stationair toerental controleren, resp.
corrigeren. Als het snijgarnituur bij
stationair toerental toch meedraait, het
stationair toerental door een
geautoriseerde dealer laten repareren.
Let op bij gladheid, regen, sneeuw, op
hellingen, in oneffen terrein enz. – kans
op uitglijden!
Op obstakels letten: boomstronken,
wortels – struikelgevaar!
Altijd voor een stabiele en veilige
houding zorgen.
Alleen staand op de grond werken, nooit
op onstabiele plaatsen, nooit op een
ladder of vanaf een hoogwerker.
Bij gebruik van gehoorbeschermers
moet extra omzichtig en bedachtzaam
worden gewerkt – omdat geluiden die op
gevaar wijzen (schreeuwen,
alarmsignalen e.d.) minder goed
hoorbaar zijn.
Nederlands
87