Nederlands
Gebruiksvoorschriften
Gedurende de eerste bedrijfsuren
Het nieuwe apparaat tot aan de derde
tankvulling niet onbelast met hoge
toerentallen laten draaien, om te
voorkomen dat er tijdens de inloopfase
extra belasting optreedt. Gedurende de
inloopfase moeten de bewegende delen
op elkaar inlopen – in de motor heerst
een verhoogde wrijvingsweerstand. De
motor levert zijn maximale vermogen
pas na 5 tot 15 tankvullingen.
Tijdens de werkzaamheden
De motor nog even stationair laten
draaien als hij voordien lange tijd onder
vollast heeft gedraaid, tot de meeste
warmte door de koelluchtstroom is
afgevoerd. Dit om te voorkomen dat de
componenten op de motor
(ontstekingssysteem, carburateur) door
warmteophoping te zwaar worden
belast.
Na het werk
Als het werk even wordt onderbroken:
de motor laten afkoelen. Het apparaat
met lege benzinetank op een droge
plaats, niet in de buurt van
ontstekingsbronnen, opbergen tot het
moment dat het apparaat weer wordt
gebruikt. Bij langdurige stilstand – zie
"Apparaat opslaan".
106
Luchtfilter reinigen
Als het motorvermogen merkbaar
afneemt
FS 300, FS 350
1
3
2
N
De chokeknop in stand g draaien
N
De lip (1) indrukken
N
Het filterdeksel (2) wegnemen
N
Het grofste vuil aan de binnenzijde
van het filterdeksel en rondom het
filter verwijderen
N
Luchtfilter (3) wegnemen en
controleren – bij vervuiling of
beschadiging vervangen
N
Het luchtfilter in het filterdeksel
aanbrengen
N
Filterdeksel aanbrengen
FS 400, FS 450, FS 480
1
3
2
N
De chokeknop in stand g draaien
N
De bevestigingsbout (1) losdraaien
N
Het filterdeksel (2) wegnemen
N
Het grofste vuil aan de binnenzijde
van het filterdeksel en rondom het
filter verwijderen
N
Luchtfilter (3) wegnemen en
controleren – bij vervuiling of
beschadiging vervangen
N
Het luchtfilter in het filterdeksel
aanbrengen
N
Filterdeksel aanbrengen
FS 300, FS 350, FS 400, FS 450, FS 480