12• De veiligheidsgordels omhoog brengen om ruimte te
maken om het kind in het stoeltje te plaatsen.
13• Het kind in het stoeltje zetten en de veiligheidsgordels
aanbrengen om de schouders en in de taille, zoals op
de afbeelding.
14• De veiligheidsgordels bevestigen door de twee gordels
op elkaar te plaatsen (1) en de gesp van het riempje
tussen de benen (2) vast te maken tot aan de klik.
15• Kind goed geplaatst met veiligheidsgordels goed
bevestigd.
16• Tenslotte de riempjes van de veiligheidsgordels
goed op het kind laten aansluiten door de centrale
afstelgordel naar u toe te trekken zoals op de
afbeelding. Let op dat u de gordels niet te strak
aantrekt.
BELANGRIJK: laat wat ruimte tussen de gordel
en de borst van het kind (zodat er nog een vinger
tussen kan).
17• Om spanning van de veiligheidsgordels te halen, op
de knop in het midden van het autostoeltje (1) onder
de stoffen bekleding drukken en tegelijkertijd de
veiligheidsgordel minder strak maken (2).
BELANGRIJK: de veiligheidsgordels vastpakken
en eraan trekken onder de schouderbanden, zoals
op de afbeelding.
18• Het autostoeltje heeft een verkleinkussen, dat alleen
bedoeld is voor als het kind kleiner is (maximaal 12 kg)
en voor als de veiligheidsgordels op de laagste posities
zijn geplaatst. Om het verkleinkussen te verwijderen,
de knopen op de zijkant van het kussen (1) losmaken
en het kussen dan uit de gordels aan de zijkant (2)
verwijderen.
De zitting en de hoofdsteun afstellen
Om de groei van het kind te volgen, moet de hoogte
van de hoofdsteun worden afgesteld op de lengte
van het kind. De hoofdsteun kan in meerdere posities
worden afgesteld.
19• Om de hoofdsteun vanaf een lagere positie hoger te
stellen: de hendel bovenaan in het midden van de
hoofdsteun (1) omhoog trekken; de hoofdsteun komt
tegelijkertijd omhoog (2).
Om de hoofdsteun vanaf een hogere positie lager
te stellen: de hendel bovenaan in het midden van
de hoofdsteun omhoog trekken en de hoofdsteun
tegelijkertijd omlaag duwen tot in de gewenste positie.
Hierna de hoofdsteun licht bewegen om te verifiëren of
deze correct bevestigd is.
20• De juiste positie van de gordels is die waarin de schouders
van het kind vlak onder het punt zitten waar de gordels
lopen.
21•
BELANGRIJK: de gordels mogen niet te hoog of
te laag zitten ten opzichte van de schouders van het
kind.
22• Het autostoeltje Viaggio 1-2-3 Via kan in meerdere schuine
standen worden gezet.
Om het stoeltje schuin te zetten, aan de hendel onder de
zitting (1) trekken en u het autostoeltje in de gewenste
positie (2) brengen.
Het autostoeltje omzetten van Groep 1
naar Groep 2-3
23• Het autostoeltje maximaal achteruit laten hellen (1), de
gordels langer maken en de metalen bevestiging uit de
achterkant van de zitting (2) halen, zoals op de afbeelding.
24• De schouderriempjes uit de metalen bevestiging halen
zoals op de afbeelding.
25• De hoofdsteun (1) omhoog brengen en de bevestigingen
van de schouderbanden verwijderen (2) die op de
achterkant van de rugleuning zitten, onder de gordel, zoals
op de afbeelding.
26• De delen van de schoudergordels uit de openingen
in de hoofdsteun verwijderen en de schouderbanden
verwijderen.
27• De schouderbanden bewaren voor toekomstig gebruik.
28• Na het verwijderen van het verkleinkussen de drukknopen
op de stof van de zitting losmaken, zoals op de afbeelding.
29• Het plastic klepje van de opbergruimte voor de gordels en
het kleinere klepje op de onderkant daarvan openen.
30• De metalen bevestiging vastpakken in de gordelruimte
(afb_a), op de centrale afstelknop drukken en tot aan het
einde (afb_b) uittrekken; de metalen bevestiging in de
ruimte brengen en het kleine klepje sluiten (afb_c).
31• Het riempje voor tussen de benen in de ruimte vouwen; de
79