De maaihoogte van het maaidek
regelen
De maaihoogte kan onbeperkt worden ingesteld op elke
willekeurige waarde tussen 2,5 en 10,0 cm (1,0 en 4,0").
(A, Figuur 5) Met de schakelaar van de maaihoogteregeling
regelt u de maaihoogte van de maaier. Met diezelfde
schakelaar regelt u de rotor van de uitwerpmond wanneer
een sneeuwblazer is geïnstalleerd. De pijlen op de
schakelaar komen overeen met de regelrichting (met de
OPWAARTSE pijl brengt u het maaidek omhoog, met de
pijl naar RECHTS doet u de spuitmond naar rechts draaien,
enz.). Wanneer de regelindicator zijn uiterste stand heeft
bereikt, laat u de schakelaar los; als u de schakelaar
ingedrukt houdt, wordt de motor beschadigd.
Een aanhanger bevestigen
De maximaal toegelaten horizontale trekkracht op de
koppelstand bedraagt 444 Newton. De maximaal toegelaten
verticale kracht op de koppelstand bedraagt 222 Newton.
Dat komt overeen met het trekken van een aanhangwagen
van 180 kg op een helling van 10 graden. Bevestig de
aanhangwagen met een trekhaakpen (A, figuur 6) en klem
(B) van de correcte grootte.
nl
Berging
WAARSCHUWING
Berg de machine (met brandstof) nooit op in een
afgesloten, slecht geventileerde ruimte. De kans
bestaat dat benzinedampen in contact komen met
een ontstekingsbron (zoals een geiser, boiler,
enz.) en een explosie veroorzaken.
Brandstofdampen zijn ook giftig voor mens en dier.
Voor u de zitmaaier aan het einde van het seizoen voor
lange tijd opbergt, leest u de instructies voor onderhoud en
berging in het onderdeel Veiligheidsvoorschriften en voert u
vervolgens de volgende stappen uit:
• Schakel de PTO-koppeling uit, schakel de parkeerrem in
en verwijder de sleutel uit het contact.
• Voer de taken voor motoronderhoud en berging uit die in
de handleiding van de motorleverancier vermeld worden.
Dat omvat het aftappen van het brandstofsysteem of het
toevoegen van een stabilisator aan de brandstof (berg
een machine met brandstof niet op in een afgesloten
ruimte - zie waarschuwing).
• De levensduur van de batterij neemt toe als zij wordt
verwijderd, op een koele en droge plaats wordt bewaard
en ongeveer een keer per maand volledig wordt
opgeladen. Als u de batterij in de zitmaaier laat zitten,
koppelt u de negatieve kabel los.
Voor u de zitmaaier start nadat hij werd opgeborgen:
• Controleer het peil van alle vloeistoffen. Controleer alle
onderhoudspunten.
• Voer de aanbevolen controles en procedures uit die in
de handleiding van de motorleverancier vermeld worden.
• Laat de motor meerdere minuten warmlopen voor u de
maaier begint te gebruiken.
Bediening
19