Maaidraad bijregelen
Als u de halfautomatische draadkop gebruikt:
Fig. 16
(schematische voorstelling)
Bij onbelaste werking kort volgas geven en
daarbij met de draadkop verschillende keren op
begroeide ondergrond tikken. De snijdraad komt
een stukje vrij. De draadverlenging bedraagt ca.
30 mm per ontgrendeling. Overtollige
draadlengtes worden door het draadafsnijmes
gecorrigeerd.
Als de maaidraad opgebruikt is, kunt u hem
vervangen door de als toebehoren leverbare
maaidraad Ø 2,4 mm, bestelnr.: 6900942 of
maaidraad Ø 3,0 mm bestelnr.: 6900974.
9. Gebruiks- en onderhoudsinstructies
9.1 Algemene gebruiks- en
onderhoudsinstructies
Voor het onderhoud en de herstelling van
moderne apparaten en hun veiligheidsrelevante
componenten is een gekwalificeerde vakopleiding
vereist, alsook een werkplaats die over speciaal
gereedschap en testapparaten beschikt. De
fabrikant adviseert dan ook alle werkzaamheden
die niet in deze gebruiksaanwijzing beschreven
zijn, te laten uitvoeren door een gespecialiseerde
werkplaats. De vakman beschikt over de vereiste
opleiding, ervaring en uitrusting om u de meest
betaalbare oplossing aan te bieden. Hij helpt u
verder met raad en daad.
Na een inlooptijd van ca. 5 bedrijfsuren moet
worden nagegaan of alle bereikbare schroeven en
moeren (behalve de instelschroeven van de
carburateur) goed vastzitten. Indien nodig
aanspannen.
Het snijwerktuig moet met korte intervallen en bij
duidelijke onregelmatigheden of verstoppingen ter
hoogte van het snijwerktuig of de bescherming
worden gecontroleerd. Daartoe moet de motor
uitgeschakeld zijn en moet het snijwerktuig
stilstaan. De bougiestekker aftrekken en gras,
kreupelhout e.d. uit de werktuighouder
verwijderen. Stompe of beschadigde werktuigen
Gebruik van de bosmaaier; Gebruiks- en onderhoudsinstructies
ook bij kleine barsten - klanktest uitvoeren -
onmiddellijk vervangen.
Bewaar de machine bij voorkeur op een droge en
veilige plaats met volle brandstoftank. Er mogen
geen open vuren of dergelijke in de omgeving
voorkomen. Bij langdurige onderbrekingen (meer
dan vier weken) dient u ook rekening te houden
met de instructies in paragraaf "9.5 Stilleggen en
opbergen".
9.2 Componenten op de motor
Als u instellingen en onderhoudswerken aan
componenten uitvoert, dient u goed rekening te
houden met de instructies in de afzonderlijk motor-
gebruiksaanwijzing. Voer enkel de daar
beschreven werken uit en de werken waarbij u zich
zeker voelt. Alle andere werken moeten door een
erkende werkplaats worden uitgevoerd. Als u
vragen heeft of als er iets niet duidelijk is, kunt u
altijd contact opnemen met de gespecialiseerde
werkplaats.
Minstens volgende werken moeten
overeenkomstig de instructies in de motor-
gebruiksaanwijzing regelmatig worden uitgevoerd:
Controle van de instelling van het stationair
toerental en eventueel correctie met behulp van
de stationair-aanslagschroef.
Het snijwerktuig mag nooit worden aangedreven
bij stationair toerental!
Reiniging van de luchtfilter en controle van het
filtermateriaal.
Controle van de perfecte toestand van de
geluiddemper voor het werk begint en voor de
motor wordt gestart.
Raak de geluiddemper nooit aan als hij heet is!
Controle van de correcte elektrodenafstand van
de bougie en controle op niet te sterk
afgebrande elektroden.
Controle van de brandstoftankontluchting en
van de brandstoffilter.
NEDERLANDS 17