Wielvergrendelingen
Overzicht
Overzicht
Verlenging voor de remhendel
(Fig. 5.6).
De verlenging van de remhendel kan
worden verwijderd of opgevouwen. Het
gebruik van de langere hendel kost u
minder moeite om de wielvergrendeling
in werking te zetten.
OPGELET!
Wanneer u de wielvergrendeling te dicht
bij het wiel monteert, zal deze moeilijker
te hanteren zijn. Hierdoor kan de verlengde hendel breken!
De hendel kan ook breken wanneer u op de verlenging gaat
leunen tijdens transfers! Opspattend water en vuil van de
banden kan slecht functioneren van de wielvergrendelingen
veroorzaken.
Compacte wielvergrendeling
De compacte
wielvergrendelingen bevinden
zich onder de zitmat. Door de
wielvergrendelingen naar
achteren te trekken, in de
richting van de band, worden ze
in werking gesteld. Om de
wielvergrendelingen correct te
laten functioneren, moeten ze
volledig tegen de aanslagen worden geduwd, (Fig. 5.6.1).
OPGELET!
Door verkeerde montage van de wielvergrendeling kan het
meer moeite kosten om deze gebruiken.
Voetenplaten
Voetenplaten
(Fig. 5.7).
Er zijn twee soorten voetplaten:
platform of verdeeld. Ze kunnen
naar boven geklapt worden om in
en uit uw rolstoel te komen.
Lengte van het onderbeen
Door de instelschroeven te
verwijderen (1) kan de
voetsteun aangepast worden tot
elke gewenste onderbeenlengte.
Verwijder instelschroeven, zet
instelbuis met voetsteun in de
gewenste positie en steek de instelschroeven er opnieuw in en
draai ze aan (zie de pagina over torsie). Zorg ervoor dat de
composiet voetplaat op de juiste positie vergrendeld. Er moet
altijd 2,5 cm ruimte boven de grond worden aangehouden.
Aanpassing van de voetsteunen in de breedte
Wanneer de breedte van de
voetsteunen aangepast moet
worden, draai dan schroef (1) los,
kies de gewenste breedte door 1, 2
of 3 stelringen (2) van de
buitenzijde naar binnen te stellen.
Plaats hierna de schroeven terug,
(Fig. 5.7.1).
Rev.B
Fig. 5.6
Fig. 5.6.1
Fig. 5.7
1
Fig. 5.7.1
1
2
Afzonderlijke voetsteunen en
voetplaten
(Fig. 5.8 - 5.10).
Voetsteunen kunnen omhoog
worden geklapt om gemakkelijker
in en uit uw rolstoel te komen.
Ze kunnen ook in zes verschillende
hoeken worden gekanteld ten
opzichte van een vlak oppervlak.
Draai de schroef (1) aan de
buitenzijde stevig vast. Door de
klemmen (2) te verwijderen, kan de
voetplaat in drie verschillende
posities worden gesteld; zowel
naar voren als naar achteren. Draai
de stelschroef (3) los om de
horizontale positie van de
voetenplaat te verstellen. Hiertoe
moet de voetenplaat omhoog
worden geklapt. Als u klaar bent,
moet u controleren of alle
schroeven stevig aangedraaid zijn
(zie de pagina over torque sleutel).
Er moet altijd 2,5 cm ruimte boven
de grond worden aangehouden.
Voetensteunen
Er zijn verschillende voetplaten
beschikbaar. Deze kunnen
omhoog worden geklapt
waardoor het gemakkelijker is
om in of uit de rolstoel te komen.
Ze worden afzonderlijk
omschreven.
Voetsteunen en
ontgrendelknop met
wegdraaimechanisme
Wanneer de voetsteunen worden
gemonteerd, worden ze naar
buiten geklapt gemonteerd (Fig.
5.11). Draai ze vervolgens
gewoon naar binnen, totdat de
vergrendeling in werking treedt
(1). Om de voetsteunen te
verwijderen, gebruikt u de hendel
(2) en draait u de voetsteunen
naar buiten en tilt u ze op.
Controleer of de voetsteun
correct is gemonteerd.
WAARSCHUWING:
De voetsteunen zijn niet ontworpen om de rolstoel aan op
te tillen of te dragen, terwijl er een persoon in de rolstoel
zit.
Aanpassing van speling bij de hanger
Wanneer er sprake is van speling in de hanger (Fig. 5.1.1) kan
dit worden aangepast. U hoeft hiervoor niet naar de dealer. De
pen van de hanger (1) loopt spits toe en de speling kan worden
verminderd wanneer de pen enigszins wordt losgedraaid.
Haal de hanger van de rolstoel af via het
ontgrendelingsmechanisme.
Fig. 5.8
Fig. 5.9
Fig. 5.10
Fig. 5.11
2
1
Fig. 5.11.1
1
EASY MAX
79