PROBLEEM
2. De motor start
maar heeft weinig
vermogen.
3. De motor werkt
onregelmatig of heeft
geen vermogen
bij belasting
4. De motor maakt
teveel rook
5. Flooding motor
6. De olie komt niet vrij
7. De ketting
beweegt terwijl
de motor aan het
minimumtoerental
draait.
8. De machine begint
op abnormale wijze
begint te trillen
9. De machine is
op een vreemd
voorwerp gestoten.
Mochten de problemen aanhouden na het toepassing van de bovengenoemde
remedies, dan dient er contact te worden opgenomen met uw Verkoper.
MOGELIJKE OORZAAK
Verstopte luchtfilter
Brandstofproblemen
De bougie is vuil of
de afstand tussen de
elektroden is niet gepast
Problemen aan blad en ketting
Brandstofproblemen
Verkeerde samenstelling
van het mengsel
Brandstofproblemen
De startknop werd meerdere
malen ingedrukt met de
starter ingeschakeld.
Slechte kwaliteit van olie
Smeeropeningen verstopt
Verkeerde afstelling
van de carburatie
Beschadiging of
losgekomen delen
Beschadiging of
losgekomen delen
Reinig en/of vervang de filter (par. 8.2).
Contacteer het geautoriseerde
dienstencentrum.
Controleer de bougie (par. 8.5).
Controleer of de ketting vrij
draait en de geleiders van het
blad niet vervormd zijn.
Contacteer het geautoriseerde
dienstencentrum.
Bereid het mengsel volgens
de aanwijzingen (par. 7.2)
Contacteer het geautoriseerde
dienstencentrum.
Controleer de bougie (par. 8.5) en
trek zachtjes aan de handgreep
van de startkabel (Afb. 11.D)
om het teveel aan brandstof te
verwijderen, droog vervolgens de
elektroden van de bougie af en
hermonteer ze op de motor.
Ledig het reservoir bij koude
motor, spoel het reservoir en de
pijpleidingen met reinigingsvloeistof
en vervang de olie.
Reinigen (cap. 8.1)
Contacteer het geautoriseerde
dienstcentrum.
Schakel de motor uit en koppel de
kabel van de bougie los (Afb. 31.A).
Controleer eventuele beschadigingen.
Controleer of er delen losgekomen
zijn en schroef ze weer vast.
Voer de controles, vervangingen
of herstellingen uit bij het
geautoriseerd centrum.
Schakel de motor uit en koppel de
kabel van de bougie los (Afb. 31.A).
Controleer eventuele beschadigingen.
Controleer of er delen losgekomen
zijn en schroef ze weer vast.
Voer de controles, vervangingen
of herstellingen uit bij een
geautoriseerd centrum.
NL - 22
OPLOSSING