2. Veiligheidsinstructies
2.1. Gevaren voor kinderen en personen
met beperkte vermogens
• Dit apparaat mag niet worden gebruikt door
personen (inclusief kinderen) met beperkte li-
chamelijke, zintuiglijke of intellectuele vermo-
gens en/of onvoldoende ervaring en/of kennis,
tenzij dit gebeurt onder toezicht van een voor
hun veiligheid verantwoordelijke persoon of
de personen zijn geïnstrueerd in het juiste ge-
bruik van het apparaat.
• Kinderen moeten onder toezicht staan om er
zeker van te zijn dat zij niet met het apparaat
spelen. Kinderen mogen het apparaat niet zon-
der toezicht gebruiken.
• Berg het apparaat en de accessoires buiten be-
reik van kinderen op.
GEVAAR!
Houd ook de plastic verpakkingen bui-
ten bereik van kinderen. Hierbij bestaat
gevaar voor verstikking!