7.2 Wandmontage
Functionele storing en
LET OP
beschadiging van het
apparaat door aanlopende
waaier [9] bij een verkeerde
montage!
Monteer het huis [1] niet onder
spanning of vastgekneld!
Gevaar voor kortsluiting en
LET OP
beschadiging van het
apparaat door de vorming van
condenswater in het
ventilatorhuis!
Isoleer ventilatieleidingen
deskundig thermisch.
Stel het huis [1] horizontaal in en schuif het
in de pijpleiding. Neem de transportrichting
in acht: ontluchting (afb. C) of beluchting
(afb. D).
Transport- en draairichting zijn met
i
pijlen op het ventilatorhuis
"P" aangegeven, zie afb. G.
Breng een aanraakbeveiliging aan,
bijvoorbeeld veiligheidsrooster SG.
7.3 Plafondmontage
Functionele storing en
LET OP
beschadiging van het
apparaat bij een niet volgens
de voorschriften beveiligde
ventilator!
Borg bij plafondmontage de
ventilator met 3 schroeven,
zie afb. F.
Functionele storing en
LET OP
beschadiging van het
apparaat door aanlopende
waaier [9] bij een verkeerde
montage!
Monteer het huis [1] niet onder
spanning of vastgekneld!
Stel het huis [1] verticaal in en schuif het in
de pijpleiding. Neem de transportrichting in
acht: ontluchting (afb. C) of beluchting
(afb. D).
Transport- en draairichting zijn met
i
pijlen op het ventilatorhuis
"P" aangegeven, zie afb. G.
Schroef de ventilator, om te voorkomen dat
deze naar beneden valt, op het plafond
vast, zie afb. F. De schroeven moeten door
de klant ter beschikking worden gesteld.
Breng een aanraakbeveiliging aan,
bijvoorbeeld veiligheidsrooster SG.
7.4 In gebruik nemen
Schakel de netzekering in!
Controleer de werking.
8. Onderhoud
Het apparaat is onderhoudsvrij.
9. Reiniging
Levensgevaar door
elektrische schok!
Schakel de netzekering uit!
GEVAAR
Verwijder regelmatig en zorgvuldig al het
stof en vuil dat zich op en in het
luchtkanaal bevindt.
Gebruik voor het reinigen geen agressieve,
voor de gezondheid schadelijke of licht
ontvlambare schoonmaakmiddelen!
35