GEBRUIKSAANWIJZING
EERSTE MONTAGE / OPENING VAN KINDERSTOEL
LET OP: houd je kind en eventuele andere kinderen tijdens deze
handelingen op veilige afstand. Verzeker je ervan dat de bewegen-
de delen van de kinderstoel in deze fase niet in aanraking komen
met het kinderlijfje.
1. B evestig de poten aan de kinderstoelstructuur zoals in de afbeel-
ding te zien is (Fig. 1a - Fig. 1B).
LET OP: de aansluitingen van de vooren achterpoten zijn ver-
schillend van vorm, zodat ze niet verkeerd gemonteerd kunnen
worden.
achterpoten: houd de twee bevestigingspinnen aan de pootuit-
einden ingedrukt en zet de poten in de structuur. De delen zitten
pas goed vast indien de twee pinnen uit de speciale openingen
op de poten naar buiten komen en je een klik hoort ten teken dat
ze vastzitten (Fig. 1a).
Voorpoten: houd de twee bevestigingspinnen aan de structuuron-
derkant ingedrukt en zet de poten erin. De delen zitten pas goed vast
indien de twee pinnen uit de speciale openingen op de poten naar
buiten komen en je een klik hoort ten teken dat ze vastzitten (Fig. 1B).
2. G a achter de kinderstoel staan, en terwijl u de twee scharnie-
ren vastpakt, drukt u de knoppen voor het openen / sluiten in.
Haal tegelijkertijd met je voet de kinderstoelpoten uit elkaar tot
je een klik hoort ten teken dat ze in de open stand vergrendeld
zijn (Fig. 2)
3. H ef de zitting omhoog: houd de rugleuning aan de hoge kant
vast en trek hem omhoog tot de gewenste hoogte bereikt is
(Fig. 3). De kinderstoel kan op 7 verschillende hoogtes versteld
worden.
4. D ruk de zitting en benensteun met de hand omlaag (Fig. 4). een
vasthoudsysteem bevestigt de zitting aan de structuur.
5. H oud de regelknoppen aan de zijkant ingedrukt en zet de be-
nensteun rechtop (Fig. 5).
6. D uw de armleuningen omlaag door op de twee knoppen eron-
der te drukken (Fig. 6).
LET OP: de armleuningen moeten altijd in liggende stand zijn. De
armleuningen mogen enkel bij het dichtvouwen van het artikel
rechtop staan.
7. Bevestig de bekleding aan de kinderstoelstructuur:
a. Breng de bekleding aan op de kinderstoelstructuur en haal
de veiligheidsriemen en "D"-ringen door de daarvoor bestemde
lussen (Fig. 7a).
B. Steek de vorkjes in de gesp (Fig. 7B).
C. Zet de musketons vast (Fig. 7C).
8. P laats de voetensteun, draai hem tot hij de gebruiksstand bereikt
heeft en vergrendel hem (Fig. 8). De voetensteun is verstelbaar
in 3 standen.
Nu kan het kind in de kinderstoel gezet worden.
9. B evestig het harde tussenbeenstuk (Fig. 9a, Fig. 19B). De aanslui-
ting van het tussenbeenstuk is zodanig van vorm dat hij maar op
één enkele manier gemonteerd kan worden.
LET OP: BelaNGrIJK VOOr De VeIlIGHeID VaN Je KIND - zet nooit
het tafelblad op de kinderstoel zonder eerst de onbuigzame riem
tussen de beentjes vast te maken. Deze mag niet meer verwijderd
worden nadat hij eenmaal gemonteerd is.
Het tafelblad kan nu op de kinderstoel gezet worden.
BEKLEDING
Om de bekleding van de Kinderstoel af te halen moet je de han-
delingen beschreven voor het aanbrengen van de bekleding in
omgekeerde volgorde uitvoeren.
LET OP: gebruik de kinderstoel nooit zonder bekleding.
VEILIGHEIDSRIEMEN
LET OP: het gebruik van de stoffenriem tussen de beentjes en de
veiligheidsriemen is noodzakelijk voor de veiligheid van je kind.
LET OP: het tafelblad alleen is niet voldoende om de veiligheid
van je kind te garanderen. Gebruik altijd de veiligheidsriemen!
De kinderstoel is uitgerust met 5-punts veiligheidsriemen.
10. maak de veiligheidsriemen los (Fig. 10).
11. Z et het kind in de kinderstoel en zet hem met de riemen (Fig.
11) vast.
De veiligheidsriemen zijn in twee standen in de hoogte verstelbaar.
TAFELBLAD AANBRENGEN/VERSTELLEN
LET OP: BelaNGrIJK VOOr De VeIlIGHeID VaN Je KIND - zet nooit
het tafelblad op de kinderstoel zonder eerst de onbuigzame riem
tussen de beentjes vast te maken. Deze mag niet meer verwijderd
worden nadat hij eenmaal gemonteerd is.
Het tafelblad kan in 4 verschillende standen versteld worden.
12. Pak het tafelblad vast (Fig. 12).
13. T erwijl u de knop aan de onderkant (X) ingedrukt houdt, plaats
u het dienblad van boven. Controleer hierbij dat de armleunin-
gen (H) zich in de geleidingen bevinden, die zich onder het
blad bevinden (Fig.13).
14. V erstel het tafelblad totdat de gewenste hoogte bereikt is en
laat de knop los. Verplaats het tafelblad een beetje totdat je de
dubbele klik hoort ten teken dat hij vastzit als het tafelblad niet
automatisch op de armleuningen vastklikt (Fig. 14).
LET OP: controleer altijd vóór gebruik of het tafelblad goed op de
armleuningen vastzit.
LET OP: laat het tafelblad nooit in een stand staan waarin de ge-
vaartekens op de armleuningen zichtbaar zijn: dat is NIeT veilig!
15. T rek het tafelblad naar buiten om het te verwijderen terwijl je
de onderste knop ingedrukt houât.
KINDERSTOELHOOGTE INSTELLEN
De kinderstoel kan op 7 verschillende hoogtes versteld worden.
16. O m de zitting hoger te zetten: houd de rugleuning aan de
hoge kant vast en trek hem omhoog tot de gewenste hoogte
bereikt is (Fig. 15-16).
17. O m de zitting lager te zetten: druk tegelijkertijd op de twee
knoppen aan de zijkant, zet de zitting lager tot de gewenste
hoogte bereikt is (Fig. 17).
LET OP: verricht deze handelingen zonder kind in de kinderstoel.
HOOGTE RUGLEUNING VERSTELLEN
De rugleuning van de kinderstoel kan in 3 standen versteld worden.
18. O m de hoogte van de rugleuning te verstellen druk je op de knopl
aan de achterkant omhoog, zet je de rugleuning op de gewenste
hoogte en laat je die vervolgens los. De rugleuning wordt automa-
tisch vergrendeld, zoals je aan de klik hoort (Fig. 18).
Deze handeling kan ook verricht worden met het kind in de kin-
derstoel maar dat is moeilijker.
BENENSTEUN
De kinderstoel heeft een in 3 standen verstelbare benensteun.
19. D ruk op de twee regeltoetsen aan de zijkant en stel de benen-
steun in de gewenste stand (Fig. 19).
VOETENSTEUN
De kinderstoel heeft een in 3 standen verstelbare voetensteun.
20. D raai hem vanuit de gebruiksstand zodat hij evenwijdig aan de
benensteun ligt en maak hem los (Fig. 20).
21. Haal hem eruit en zet hem op de gewenste hoogte terug (Fig. 21)
22. D raai hem tot hij in de nieuwe gebruiksstand staat en vergren-
del hem (Fig. 22).
WIELEN EN VERGRENDELSYSTEMEN
De voor- en achterpoten zijn uitgerust met zwenkwielen met rem (ee).
Verlaag de hendels om de wielen te blokkeren om de remmen van
de hoge kinderstoel te activeren. Ga in de omgekeerde volgorde
te werk om de wielen te deblokkeren.
WAARSCHUWING: Zet het product uitsluitend op een horizon-
taal en stabiel oppervlak. Zet de kinderstoel nooit in de buurt van
trappen of treden.
WAARSCHUWING: activeer altijd de parkeerinrichting wanneer
de hoge kinderstoel niet in beweging is.
SLUITEN
LET OP: houd je kind en eventuele andere kinderen tijdens deze
26