Montage
Stap 3: Sirene op de muur monteren
De sirene wordt met de behuizing-sabotageschakelaar en de wand-
sabotageschakelaar beschermt tegen onbevoegd openen en het verwijderen van
Aanwijzing
de muur. De sabotage-informatie wordt doorgestuurd naar de alarmcentrale.
Als muurverwijderingscontact dient een vormelement in de uitsparing van de
achterplaat (punt 4 afbeelding 3). Dit vormelement wordt met een schroef aan de
Aanwijzing
muur bevestigd. Als dit niet wordt gedaan, is daardoor de sabotagedetectie voor de
muur gedeactiveerd.
Als het vormelement niet is bevestigd, verliest de sirene daardoor de toelating voor
veiligheidsgraad 2.
Gevaar
De sirene is zo ontworpen dat wijzigingen die minimaal 400 ms duren worden
herkend (EN50131-1 hoofdstuk 8.9.1 en EN50131-3 hoofdstuk 8.9 en bijlage B).
Inbraak-, overval- of sabotagesignalen moeten minimaal 400 ms duren.
• Plaats de sirene op de muur en lijn deze loodrecht uit. Gebruik de onderplaat als
boorsjabloon en markeer de vier bevestigingspunten.
• Boor de gaten naar gelang de diameter van de plug. Steek de bijgeleverde pluggen in de
gaten.
• Steek de bijgeleverde schroeven door de bevestigingsgaten van de sirene. Draai de
schroeven in de pluggen. Trek de schroeven nog niet vast. Lijn de sirene weer loodrecht uit.
Draai de schroeven nu vast.
98 |
N L
Afbeelding 3