Let op: Gooi de oplader weg in overeenstemming met de
afvalverwerkingsregels voor batterijen (geen vuilverbranding).
Reinig de oplader of de tester na elk gebruik bij een patiënt volgens
onderstaande procedure.
1
Gebruik een vochtige doek met een mild reinigingsmiddel,
bijvoorbeeld afwasmiddel, om de buitenkant van de oplader of de
tester van verontreinigingen te ontdoen. Gebruik voor het reinigen
van de oplader of de tester nooit organische oplosmiddelen, zoals
verfverdunner of aceton.
2
Neem de hele buitenkant van de oplader of de tester af met
een schone, droge doek met drie tot vier druppels quaternaire
ammoniahoudende desinfectie-oplossing (bijvoorbeeld Cavicide
3
Neem de hele buitenkant van de oplader of de tester vervolgens
af met een schone doek die is bevochtigd met isopropylalcohol.
4
Plaats de oplader of de tester op een schone, droge, pluisvrije
doek en laat hem drogen.
5
Als het apparaat droog is, plaats het dan in een zak, verzegel
deze en plak er een label op met de schoonmaakdatum (zie het
voorbeeld verderop).
Opslag
Bewaar de MiniLink-zender, de oplader en de tester bij
kamertemperatuur op een schone droge plaats. Hoewel dat niet
vereist is, kunt u de MiniLink-zender op de oplader bewaren. Als de
MiniLink-zender niet in gebruik is, moet u hem ten minste elke zestig
dagen opladen.
Voorbeeld: Schoonmaaklabel voor hergebruik
Apparaat:
Datum:
Ontsmettingsmethode:
Reinigingsoplossing:
Desinfectieoplossing:
- 75 -
).
®