WAARSChUWING: RAAK De BATTeRIJCONTACTeN eN
De PATIëNT NIeT GeLIJKTIJDIG AAN WANNeeR U heT
APPARAAT AANSLUIT OP De eXTeRNe STROOMVOeDING
(WISSeLSTROOMVOeDING) eN eR GeeN ACCU IS GeïNSTALLeeRD.
OPGeLeT: gebruik alleen accessoires die door de fabrikant
zijn aanbevolen. Gebruik van andere voorzieningen kan
gevaarlijk zijn, ernstige schade toebrengen aan uw zuur-
stofconcentrator en de garantie annuleren.
OPGeLeT: gebruik geen verlengsnoeren in combinatie met dit appa-
raat en beperk het aantal apparaten dat is aangesloten op hetzelfde
stopcontact. het gebruik van verlengsnoeren kan de prestaties van
het apparaat negatief beïnvloeden. Indien er toch te veel apparaten
op een stopcontact worden aangesloten, bestaat het risico op over-
belasting waardoor de zekeringen kunnen springen. Als de zekerin-
gen niet goed werken, kan dit zelfs brand veroorzaken.
OPGeLeT: gebruik van niet-gespecificeerde kabels en adapters, met
uitzondering van kabels en adapters die worden verkocht door de
fabrikant van de medische elektrische apparatuur als vervangende
onderdelen voor interne onderdelen, kan resulteren in een verhoog-
de uitstoot van verminderde immuniteit van de zuurstofconcentra-
tor.
12V-gelijkstroomkabel
12V-gelijkstroomkabel
Met een 12V-gelijkstroomkabel kan het systeem werken via
gelijkstroomstopcontacten, zoals die van motorvoertuigen.
1. Start uw voertuig.
2. Steek de 12V-gelijkstroomkabel in de verzonken
voedingsingang aan de zijkant van het apparaat.
3. Sluit de 12V-gelijkstroomkabel aan op het
gelijkstroomstopcontact van uw voertuig.
Wanneer het apparaat naar behoren is aangesloten en stroom
ontvangt van de gelijkstroombron, brandt de indicator voor
externe voeding
op het bedieningspaneel.
eQuinox-gelijkstroomvoedingsaansluiting
Als de eQuinox aangesloten is op gelijkstroomvoeding in een
voertuig, is het volgende van toepassing:
• De eQuinox werkt op alle instellingen voor continue dosering
0,5-3,0 l/min en op alle instellingen voor pulsdoseringen 1-9
wanneer het apparaat is aangesloten op de gelijkstroomvoeding
in een auto.
• De batterij laadt alleen op wanneer er voldoende stroom overblijft
nadat het apparaat werkt met het voorgeschreven debiet. De
eQuinox gebruikt de stroom in de eerste plaats om het apparaat
te laten werken. Mocht er stroom overblijven, dan zal dit worden
aangewend om de batterij op te laden. Tijdens het opladen van de
eQuinox-batterij, is het batterijsymbool trapsgewijs in beweging.
Als de eQuinox-batterij niet oplaadt, blijft het batterijsymbool
vast weergegeven.
WAARSChUWING: BLOKKeeR NOOIT De OPeNINGeN
VOOR LUChTTOeVOeR/-AFVOeR. DIT KAN De ZUURSTOF-
CONCeNTRATOR DOeN OVeRVeRhITTeN eN De GOeDe
WeRKING eRVAN BeïNVLOeDeN.
WAARSChUWING: ALS De GeLIJKSTROOMVOeDINGSBRON VAN heT
VOeRTUIG ONDeR 11,5 VOLT DAALT, SChAKeLT De eQUINOX OVeR
OP De BATTeRIJ (ALS De BATTeRIJ AANWeZIG eN OPGeLADeN IS).
OPGeLeT: als de auto waarin u de zuurstofconcentrator
gebruikt uitgeschakeld is, moet het apparaat worden
losgekoppeld en uit de auto worden verwijderd. Berg
de zuurstofconcentrator niet op in een heel warme of
koude auto of andere, gelijkaardige omgevingen met een hoge of
lage temperatuur. Laat de zuurstofconcentrator of de voedingsbron
NIeT aangesloten op het voertuig als de ontsteking in de uit-stand
staat. Dit kan de batterij van het voertuig ontladen.
Opmerking: als het apparaat werkt op een 12V-gelijkstroomkabel, kan het
zijn dat de batterij niet wordt opgeladen.
Opmerking: als de eQuinox werkt op een 12V-gelijkstroomkabel, is het
aanbevolen om de pulsdoseringsmodus te gebruiken indien voorges-
chreven om een pulsdoseringsapparaat te gebruiken.
Opmerking: om na te gaan of het apparaat gelijkstroom gebruikt, con-
troleert u of de indicator voor externe voeding brandt. Als u een pieptoon
hoort, kan dit duiden op verlies van externe voeding. Controleer of de
groene ledlampindicator voor externe voeding aan of uit is. Als de batterij
van de gelijkstroom wordt losgekoppeld, is er geen ladingverlies tijdens
gebruik van het apparaat. Als de indicator niet brandt, wordt het apparaat
gevoed door de batterij.
Opmerking: de effectieve prestaties van de eQuinox kunnen variëren
naargelang de gebruiksvoorwaarden van het motorvoertuig. Sommige vo-
ertuigen zijn niet in staat om de volledige functionaliteit te ondersteunen
op gelijkstroomvoeding. In het geval dat het voertuig niet in staat is om
voldoende stroom te voorzien om te werken met de huidige instelling,
stopt de eQuinox eerst en vooral met het opladen van de batterij en blijft
hij werken aan het voorgeschreven debiet. Als het voertuig dan nog onvol-
doende stroom biedt, verlaagt de eQuinox het debiet als die 2,0 l/min of
hoger is. Als het debiet lager is dan 2,0 l/min, schakelt de eQuinox uit.
Indien u een laag debiet vaststelt, dient u alle andere elektronische
apparatuur van de stroomkring los te koppelen (gps, oplader mobiele
telefoon, enz.). Indien dit voor voldoende stroom zorgt, wordt het debiet
niet automatisch verhoogd naar de oorspronkelijke instelling, de gebruiker
moet dit handmatig aanpassen. Als de eQuinox nog steeds niet werkt aan
het voorgeschreven debiet, probeer dan om de accu te verwijderen.
eQuinox (Model 4000) User Manual — 167