SystemAir K EC Instructions D'utilisation Et D'entretien page 39

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 51
NL
Veiligheidsinformatie
Dit systeem mag pas in bedrijf worden genomen als de montage- en
veiligheidsinstructies zijn doorgelezen.
Alle ventilatoren zijn bedoeld voor het verplaatsen van lucht in
luchtbehandelingssystemen. Bij installatie in onverwarmde ruimtes
moet het ventilatorhuis worden geïsoleerd om condensatie te
voorkomen. Ze zijn bedoeld voor gebruik nadat ze zijn ingebouwd in
machines of kanaalsystemen of nadat een beschermrooster is
geplaatst. (EN ISO 13857). Ventilatoren met kanaalaansluitingen
moeten aan beide zijdes zijn aangesloten op kanalen (inlaat/uitlaat).
Als er kans is op binnendringen van water in de motor via de kanalen,
is een externe beveiliging noodzakelijk. Er mogen geen bewegende
delen bereikbaar zijn na installatie. De ventilatoren mogen niet
worden gebruikt in gevaarlijke omgevingen of worden aangesloten op
rookkanalen. De ventilatoren mogen niet buiten worden geïnstalleerd
(behalve TFSR/TFSK EC, K EC). Veiligheidsaccessoires (bijv.
beschermrooster) mogen niet worden gedemonteerd, omgeleid of
buiten werking worden gesteld. LET OP: Schakel voor service en
onderhoud de ventilator uit (d.m.v. een schakelaar die alle polen
uitschakelt) en controleer of de waaier stil staat. LET OP: De
ventilatoren kunnen scherpe randen en hoeken hebben, die letsel
kunnen veroorzaken. LET OP Wees voorzichtig bij het openen van de
serviceluiken van de ventilator (swing-out). De op het luik
gemonteerde ventilator en motor zijn relatief zwaar (geldt voor KVKE,
KVO).
De ventilatormotor heeft een ingebouwde beveiliging voor
geblokkeerde rotor, wat ervoor zorgt dat de motor opnieuw zal
proberen te starten met een voorgeprogrammeerde interval, elke keer
als geregistreerd wordt dat de rotor stil staat. Als de blokkering is
verholpen, zal de ventilator zonder verdere maatregelen uit zichzelf
opstarten. Bij hoge motortemperaturen zal de stroom naar de
ventilator worden afgesloten. De ventilator kan dan alleen opnieuw
worden gestart door de voeding naar de ventilator handmatig enkele
minuten te onderbreken.
Transport en opslag
Alle ventilatoren worden in de fabriek zo verpakt, dat ze bestand zijn
tegen normale transporthandelingen. Gebruik bij het hanteren van de
goederen geschikte hefinrichtingen om schade aan ventilatoren en
letsel bij personeel te voorkomen. Til de ventilatoren nooit op aan het
aansluitsnoer, de aansluitdoos, waaier of inlaatconus. Voorkom stoot-
en schokbelastingen. Bewaar de ventilatoren tot definitieve installatie
op een droge plek, beschermd tegen weersinvloeden en vuil.
Toegestane opslagtemperatuur -40...+80°C
Installatie
Raadpleeg de veiligheidsinformatie hierboven. Het installeren,
elektrisch aansluiten en in bedrijf stellen mag alleen worden verricht
door bevoegd personeel en conform normen en eisen. De elektrische
aansluiting dient conform het bedradingsschema in de klemmenkast
en de gegevens op de klemmenstroken of op de kabel te zijn. LET
OP: Gebruik geen metalen wartels in combinatie met kunststof
klemmenkasten. Gebruik eveneens een blindplug voor de wartel. De
K-EC-ventilator moet met de aansluitdoos bovenop de eenheid en in
een hoek van 90° worden geïnstalleerd. Bij permanente installatie
met kabels met een diameter van 12-14 mm, moet de ingangsbus
worden vervangen (geldt voor type K-EC). Monteer de ventilator in de
richting van de luchtstroom (zie pijl op de eenheid). De ventilator
moeten zo worden geïnstalleerd, dat trillingen niet worden
overgedragen aan het kanaalsysteem of de constructie. (geschikte
accessoires zoals klembanden en trillingsdempers zijn beschikbaar).
Controleer of de ventilator stevig en stabiel is gemonteerd. De
ventilator kan in elke richting worden gemonteerd, tenzij anders
aangegeven. De ventilatoren moeten zo worden gemonteerd dat
service en onderhoud eenvoudig en veilig uitgevoerd kunnen worden.
Storend geluid kan worden voorkomen door een geluiddemper te
installeren (beschikbare accessoire).
De ventilatoren zijn bedoeld voor continu gebruik binnen het gestelde
temperatuurbereik.
Bij het aansluiten van apparatuur met een automatische aan/uit
functie, moet rekening worden gehouden met ventilatoren die zijn
gereset door loskoppelen van de voeding.
EC-motoren hebben een lekstroom naar aarde van <=3,5 mA.
Hiermee dient elke keer dat een ventilator samen met een
verliesstroomschakelaar aangesloten wordt, rekening te worden
gehouden.
___________________________________________________________________________________________________
K EC, KVKE EC, TFSR EC, TFSK EC, KD-EC, KVO-EC
206268 (15-05-2012)
Ingebouwde potentiometer
De ingebouwde potentiometer is af fabriek ingesteld (afb. 1-9). Deze
waarde kan handmatig worden gewijzigd om een ander
motortoerental/ventilatorrendement te verkrijgen. Grafieken van
ventilatorrendement voor deze toepassing inclusief
spanningssprongen staan in de tabel op pagina 5-13 (afb. 1-9) rechts
van de potentiometersymbolen. Een externe potentiometer kan indien
nodig worden aangesloten. In dat geval moet de ingebouwde
potentiometer worden losgekoppeld van de aansluitklemmen.
Tacho-uitgang
Aansluiting nr. 1 in de bedradingsschema's (witte signaalkabel) maakt
aansluiting van een toerenteller (een puls per omwenteling), regelaar,
alarm of een snelheidsscherm mogelijk. De tachograaf geeft een
signaal van max. 10 mA af.
Bediening
Controleer voor het eerste gebruik het volgende:
- Is de elektrische aansluiting correct uitgevoerd?
- Is de beschermingsleiding aangesloten?
- Zijn veiligheidsvoorzieningen (beschermrooster) geplaatst?
- Zijn overblijvende installatiematerialen en productvreemde
materialen van het ventilatorhuis verwijderd?
Controleer bij de inbedrijfstelling het volgende:
- Corresponderen de aansluitgegevens met de specificaties op het
typeplaatje? Maximum spanning +6%, -10% volgens IEC 38. De
toegekende stroom mag niet hoger zijn dan de toegekende spanning
+5%.
- De motor moet gelijkmatig lopen (geen abnormale geluiden).
- De ventilatoren mogen alleen worden bediend door een persoon
met voldoende kennis of opleiding op dit gebied of onder de
supervisie van een dergelijke persoon.
Onderhoud, service en reparatie
Controleer voor onderhoud, service en reparatie of:
- De stroom is onderbroken (onderbreking van alle polen).
- De ventilatorwaaier volledig tot stilstand is gekomen.
- Houd u aan de persoonlijke veiligheidsvoorschriften!
Indien nodig (minimaal een keer per jaar) moet de ventilator worden
gereinigd om onbalans en onnodige schade aan de lagers te
voorkomen. Een filter zal de periode tussen reinigingsbeurten
verlengen. (Installatie van een filterbescherming is soms aan te
raden). De ventilatorlagers zijn onderhoudsvrij en hoeven alleen te
worden vervangen als ze beschadigd zijn. Gebruik geen
hogedrukreiniger (stoomstraal) bij het reinigen van de ventilator. Zorg
dat de balanceergewichten van de ventilatorwaaier niet worden
verplaatst of dat de ventilatorwaaier vervormd raakt. Luister naar
abnormale geluiden tijdens het draaien.
Het volgend is van toepassing als de ventilator is gestopt:
- Probeer de ventilator opnieuw te starten door de stroom een paar
minuten te onderbreken.
- Controleer of de waaier niet is geblokkeerd. Een eventueel obstakel
dient, nadat de stroom is afgesloten, te worden verwijderd.
Controleer of de ventilator start nadat de stroom weer is
ingeschakeld. Neem contact op met uw verkoper als de ventilator
nog steeds niet start.
39
Gebruiks- en onderhoudsinstructies
Systemair AB

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières