Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

Voorzichtig
Bij alle bedradingswerken moet de installatie spanningsvrij worden geschakeld door de CEE-stekker uit
te trekken resp. de hoofdschakelaar uit te schakelen. Neem bij de installatie de geldende EN veiligheids-
richtlijnen in acht.
3. Aansluiting motor/besturing
De aandrijfkabel (12-aderig) moet op de overeenkomstige klemmen volgens het aansluitschema worden aangesloten (vervalt
wanneer de aansluiting reeds door Becker is uitgevoerd). De klemmenaanduiding stemt overeen met de nummers van de
aders van de aandrijfkabel.
De voorgemonteerde CEE-stekker kan worden gebruikt als hoofdschakelaar. Wordt de besturing zonder CEE-stekker aange-
sloten (bv. vaste aansluiting) dan moet in de voedingsleiding een hoofdschakelaar aangebracht worden, die ervoor zorgt dat
alle polen conform overspanningscategorie III van een scheidingmogelijkheid met het net worden voorzien.
Voor buiten zijn afzonderlijke aansluitkabels vereist resp. bij PVC aansluitkabels moeten deze door een beschermbuis worden
geleid.
Besturing
Controle van de looprichting
Sluit de CEE-stekker aan op de CEE-contactdoos resp. schakel de hoofdschakelaar in. Controleer nu met de toetsen OM-
HOOG en OMLAAG of de looprichting van de deur overeenstemt met deze commando's.
Stemt de looprichting niet overeen met de richting van de pijl:
Trek de CEE-stekker uit resp. schakel de hoofdschakelaar uit. Verwissel aan de netaansluitklemmen bv. de aansluiting van L1
en L3 (zie aansluitschema). Begin opnieuw met de inbedrijfstelling.
Instelling van de eindposities
De besturing is in de fabriek zodanig ingesteld, dat de OMHOOG¬richting in zelfvergrendeling en de OMLAAG¬richting in
dodeman wordt uitgevoerd. Om de eindpositie bij de instelling van de eindschakelaars beter te kunnen vinden, kan met de
functieschakelaar DIP 1 de OMHOOG¬richting van zelfvergrendeling naar dodeman worden omgeschakeld.
Instelling van de onderste eindpositie
Met de toets OMLAAG brengt u de deur in de onderste eindpositie (dodemanbedrijf). Benader eventueel door „tippen" de
gewenste eindpositie van de deur. Stel de eindschakelaarnok voor OMLAAG (zwart) in overeenkomstig de handleiding van de
gebruikte opsteekaandrijving.
Instelling van de bovenste eindpositie
Met de toets OMHOOG brengt u de deur in de bovenste eindpositie (dodemanbedrijf). Benader ook hier eventueel door „tip-
pen" de gewenste bovenste eindpositie van de deur. Stel eveneens de eindschakelaarnok voor OMHOOG (grijs) in overeen-
komstig de handleiding van de gebruikte opsteekaandrijving.
Instelling van de veiligheidseindschakelaars
De veiligheidseindschakelaars (geel) worden ca. 3° nalopend ingesteld ten opzichte van de bedrijfseindschakelaar. Neem
de overeenkomstige aanwijzingen in de handleiding van de opsteekaandrijving in acht. Wordt een veiligheidseindschakelaar
geactiveerd, dan wordt de stuurspanning uitgeschakeld. De overeenkomstige schakelnok moet dan manueel van de micro-
schakelaar van de einduitschakeling worden weggedraaid, resp. door manuele bediening (bv. kruk) worden vrijgemaakt.
Instellen van de functieschakelaar S7
Met de functieschakelaar S7 (oranje) wordt het relais REL 1 aangestuurd. Via de uitgangsklemmen staat een potentiaalvrij
wisselaarcontact ter beschikking. Hiermee kan bijvoorbeeld een verkeerslichtfunctie of een weergave van de deurtoestand
worden gerealiseerd
Instellen van de functieschakelaar S8
Met de functieschakelaar S8 (groen) kan via een externe omschakelaar de gedeeltelijke opening van een deur worden ge-
realiseerd.
Opmerking
In principe wordt de exacte afregeling van de eindposities uitgevoerd met behulp van de regelschroef van
de desbetreffende schakelnok (neem hiervoor ook de handleiding van de deuraandrijving in acht).

Inbedrijfstelling

DE
GB
FR
NL
23

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières