Ingebruikname
(zie afb. L) uit de wand steken.
Positioneer de schroefgaten
voor het ophangen
D
zodanig op de schroeven dat de alarmeenheid vast
aan de wand hangt.
Antenne aansluiten
Sluit de antenne
a aan op de antennebus
Q
de antenne verticaal uit.
3. Functies controleren:
Controleren van de functie van de afstandsbediening
Druk op de toets
op de afstandsbediening om
de alarmeenheid
te activeren.
Q
De activering wordt door middel van 3 pieptonen
bevestigd.
Op het LC-display
van de alarmeenheid verschijnt
w
"ARM".
Deactiveer de sirene-eenheid door op de toets
op de afstandsbediening te drukken.
d
De deactivering wordt door middel van 1 pieptoon
bevestigd.
Het woord "ARM" op het LC-display
meenheid dooft.
Controleren van het noodalarm:
Het systeem beschikt over een noodalarmfunctie
Druk op de PANIC-toets
op de afstandsbediening
:
De sirene klinkt 30 sec. lang (wanneer de sirene
ingeschakeld is - zie hoofdstuk "Sirene in- / uitscha-
kelen") en de geprogrammeerde telefoonnummers
worden gebeld (wanneer de automatische kiesfunctie
ingeschakeld is - zie hoofdstuk "Automatische kies-
functie in- / uitschakelen).
Na 30 sec. rust klinkt de sirene een tweede keer
gedurende 30 sec.
Druk op de toets
op de afstandsbediening
d
om het alarm en het gesprek te stoppen.
32
NL
De alarmeenheid genereert een piepgeluid en het
alarm is gedeactiveerd.
Controleren van de functie van de
bewegingsmelder:
Zet de gong aan- / uitschakelaar
. Lijn
Het gonggeluid klinkt 1 keer.
O
Na ca. 50 sec. vertraging klinkt een gonggeluid.
Beweeg u nu in het registratiebereik van de bewe-
gingsmelder
Wanneer de bewegingsmelder de beweging registreert,
klinkt het gonggeluid 2x.
Zet de gong aan- / uitschakelaar
Controleren van de automatische kiesfunctie:
Houd hiervoor de toets PROG
een piepgeluid hoort.
Druk nu meteen op een geheugenplaatsnummer
(cijfertoets
e
nu automatisch het dienovereenkomstige telefoon-
nummer waarbij het telefoonnummer op het LC-
van de alar-
display
knippert (wanneer de geheugenplaats
w
w
met een telefoonnummer bezet is).
Wacht totdat het apparaat de kiesprocedure auto-
matisch verlaat.
Bediening
.
T
Wanneer u een verkeerd wachtwoord invoert en dit met
de toets OK
bevestigt, reageert het apparaat met een
y
"storingsgeluid" en keert automatisch terug naar de
normale modus.
Activeren van de telefoonkiezer voor alarm- en
noodgevallen:
Activeren via de afstandsbediening
Druk op de toets
de alarmeenheid
Voer het huidige wachtwoord in.
op "aan" (stand "I").
]
.
{
op "uit" (stand "0").
]
ingedrukt totdat u
r
"1" t / m "5"). De telefoonkiezer kiest
op.
Druk op de toets OK
.
y
De alarmeenheid genereert drie piepgeluiden en
beneden op het LC-display
verschijnt "ARM".
w
U hebt nu ca. 55 sec. (uitgangsvertraging) tijd om
de bewaakte zone te verlaten zonder een alarm te
activeren.
Na de uitgangsvertraging klinkt een piepgeluid.
De telefoonkiezer voor alarm- en noodgevallen is nu
geactiveerd.
Opmerking: in geactiveerde toestand is de gongfunctie
niet actief - ook niet wanneer de gong aan- / uitschake-
laar
op de stand "I" staat.
]
Alarm klinkt - geactiveerd door bewegingsregistratie
In geactiveerde toestand registreert de bewegings-
melder
een beweging.
{
De LED
licht een keer kort op.
q
Na afloop van de ingestelde ingangsvertraging
Wanneer het alarm geactiveerd wordt, knippert
"TRIGGER" beneden op het LC-display
De sirene
klinkt 30 sec. lang (wanneer de sirene
p
ingeschakeld is). Na 30 sec. rust klinkt de sirene
een tweede keer gedurende 30 sec.
Overeenkomstig de instellingen van de automatische
kiesfunctie (fabrieksinstelling: kiesfunctie ingescha-
keld) en het ingestelde aantal kiesprocedures kiest
de telefoonkiezer voor alarm- en noodgevallen alle
opgeslagen telefoonnummers in de volgende inter-
vallen:
1. telefoonnummer (30 sec.) - 3 sec. wachttijd -
2. telefoonnummer (30 sec.) - 3 sec. wachttijd -
3. telefoonnummer (30 sec.) - 3 sec. wachttijd -
4. telefoonnummer (30 sec.) - 3 sec. wachttijd -
5. telefoonnummer (30 sec.) - 3 sec. wachttijd -
1. telefoonnummer (30 sec.) - 3 sec. wachttijd....
enz.
.
w