NL
B
Funktiebeschrijving
De kettingzaag heeft een elektro-motor als
aandrijving. De omlopende ketting wordt over
het geleispoor (zwaard) geleid. De olietank is
zo geautomatiseerd dat de ketting konstant
geolied wordt.
Ter bescherming van de gebruiker is de machine
met meerdere beschermingsvoorzieningen
uitgerust.De funktie van de bedieningsonder-
delen leest u in onderstaande beschrijvingen.
Doeleinden
De elektrische kettingzaag is enkel voor het za-
gen van hout gekonstrueerd. Voor alle andere
toepassingen (bv. het snijden van metselwerk,
kunststoffen of levensmiddelen) is de zaag niet
geschikt. De kettingzaag is voor de doe-het-
zelver bedoeld. Ze werd niet voor industriëel
langdurig gebruik ontwikkeld.
De machine is voor gebruik door volwassenen
bedoeld. Jongeren onder de 16 jaar mogen en-
kel onder toezicht de kettingzaag gebruiken.
De producent is niet verantwoordelijk voor
schade die veroorzaakt wordt door foute bedie-
ning of door gebruik bij toepassingen waarvoor
de zaag niet geschikt is.
Ingebruikname
Draag bij het werken met de ketting-
zaag altijd veiligheidshandschoenen
en gebruik enkel de originele onder-
delen. Trek de stekker uit als u aan
de machine zelf wil werken.
Vooraleer u de elektrische kettingzaag gaat
gebruiken, moet u het zwaard, de ketting en
kettingwielbescherming monteren, de ketting
afstellen, de kettingrem kontroleren, olie vul-
len en het olie-automatisme kontroleren.
42
Zaagblad monteren (afb. 3)
Voor de montage hebt u een schroeven-
draaier en de meegeleverde onderhouds-
sleutel nodig.
1. Plaats de zaag op een vlakke ondergrond.
2. Draai de beide bevestigingsmoeren (A)
los om de afdekking (B) van het aandrijf-
wiel te verwijderen.
3. Draai de kettingspanschroef (C) linksom,
tot de spanstift (D) zich in de richting van
de zaag aan de aanslag bevindt.
4. Plaats het zaagblad op de twee
bevestigingsschroeven (E), de ketting-
spanstift moet daarbij in de boring van het
zaagblad komen.
A
B
afb. 3
Ketting monteren (afb. 4)
1. Spreid de zaagketting lusvormig uit zodat
de snijkanten rechtsom (volgens de wij-
zers van de klok) gericht zijn ( A).
2. Leg de ketting rond het kettingwiel (B) en
in de geleidingsmoer (B). Het is normaal
dat de zaagketting doorhangt.
3. Plaats de afdekking van het aandrijfwiel.
De nok van de afdekking (C) moet in de
C
D
E