NL
BE
• Controleer regelmatig het snoer en laat
een beschadigd snoer uitsluitend repa-
reren door een erkende klantendienst.
Vervang beschadigde verlengkabels. Zo
wordt gegarandeerd dat de veiligheid van
het elektrische werktuig behouden blijft.
• Bewaar het ongebruikte elektrische
werktuig op een veilige plaats. De
opbergplaats moet droog zijn en
afgesloten kunnen worden. Daardoor
wordt vermeden dat het elektrische
werktuig door de opberging wordt
beschadigd of door onervaren personen
wordt gebruikt.
• Verlaat het werktuig nooit, vooraleer
het volledig tot stilstand is gekomen.
Geplaatste werktuigen die nog
draaien, kunnen verwondingen
veroorzaken.
• Gebruik het elektrische werktuig
niet met beschadigd snoer. Raak het
beschadigde snoer niet aan en trek
de stekker uit als het snoer tijdens de
werkzaamheden wordt beschadigd.
Beschadigde snoeren verhogen het
risico op een elektrische schok.
• Vermijd een abnormale
lichaamshouding. Zorg ervoor dat
u stevig en veilig staat en behoud uw
evenwicht.
•
Ga tijdens het werken voor het ap-
paraat staan zodat u met uw rechter-
hand de handmatige spindelgeleiding
met 3 boorhefarmen kunt bedienen en
met uw linkerhand de aan- en uitscha-
kelaar.
Veiligheidsaanwijzingen
voor de omgang met de
laser
– Opgelet: Laserstraling Niet in de
laserstraal kijken Laserklasse 2
68
– Richt de laser niet op reflecterende
oppervlakken.
– Markeringen en waarschuwingen
bevinden zich naast de
handspindelgeleiding (9).
Veiligheidsaanwijzingen
voor de omgang met
batterijen
Let er altijd hoop dat de batterijen met
•
de juiste polariteit
(+ en -) ingelegd worden zoals op de
batterij aangegeven is.
Batterijen niet kortsluiten.
•
Probeer niet om niet-oplaadbare
•
batterijen op te laden.
Batterijen niet te ver ontladen!
•
Oude en nieuwe batterijen en batterijen
•
van verschillende types of fabrikaten niet
tegelijkertijd gebruiken! Vervang alle
batterijen van een set tegelijkertijd.
Verwijder lege batterijen per omgaande
•
uit het apparaat en voer ze op de juiste
wijze af!
Batterijen niet verhitten!
•
Niet rechtstreeks aan batterijen lassen of
•
solderen!
Batterijen niet ontmantelen!
•
Batterijen niet vervormen!
•
Batterijen niet in open vuur gooien!
•
Batterijen buiten bereik van kinderen
•
bewaren.
Laat kinderen geen batterijen vervangen
•
zonder er toezicht op te houden!
Bewaar batterijen niet in de buurt
•
van open vuur, kachels of andere
hittebronnen. De batterij niet in direct
zonlicht leggen en deze niet bij heet
weer in voertuigen gebruiken of opslaan.
Ongebruikte batterijen in de originele
•
verpakking bewaren en weghouden
bij metalen voorwerpen. Uitgepakte
batterijen niet mengen of door elkaar