Stel hiervoor de zender en vervolgens de ontvanger in werking.
Op de hiernavolgende foto's staat de stuurknuppel voor het motortoerental en de zijroeren (zie figuur 3, pos. 10) in de middelste stand. Dat is de
positie waarin het model later wordt gestuurd en daarbij op gelijke hoogte zou moeten blijven vliegen.
Voor de controle van de roeruitslagen is het echter veiliger dat u de stuurknuppel in de onderste positie (motor uit) zet.
Neutrale instelling:
Wanneer de stuurknuppel voor de roerfunctie en de daarbijhorende trimschuivers in de middelste positie staan, moeten ook de roeren precies in de middelste
positie staan. Indien nodig kan de lengte van de stangen door het verdraaien van de vorkkoppen worden gewijzigd waardoor het roer zo millimetergetrouw kan