Roeruitslagen Controleren; Motorfuncties Controleren; Zwaartepunt Controleren - Reely SKY Condor Notice D'emploi

b) Roeruistlagen controleren
Bij een correcte bouw en zenderinstelling moeten de roeren (gemeten aan de achterzijde) de volgende uitslagwaarden vertonen:
Rolroer 8 - 10 mm naar boven en onder
Hoogteroer 10 - 12 mm naar boven en onder
De roeruitslagen zijn standaard vanuit de fabriek ingesteld, volgen automatisch in overeenstemming met de opbouw van het model. Indien nodig kunnen de
roeruitslagen vergroten of verkleinen door aan de servohendel, resp. aan de roerhendel andere besturingspunten voor de stangen te selecteren.
c) Motorfunctie controleren
Let op!
Zorg ervoor dat bij deze motortest geen losse delen, zoals papier, folie of andere voorwerpen door de luchtschroef kunnen worden aangezogen.
Let er ook op dat het model bij deze test veilig wordt vastgehouden en dat er zich geen lichaamsdelen in het draai- en gevarenbereik van de
propeller bevinden. Gevaar voor verwondingen!
Stel hiervoor de zender en vervolgens de ontvanger in werking.
Schuif de stuurknuppel voor het motortoerental en het zijroer (zie figuur 3, pos. 10) in de onderste stand (motor uit). De trimschuiver voor de motorfunctie (zie
figuur 3, pos. 11) zou zich in de middelste positie moeten staan.
Wanneer de stuurknuppel voor de rolroer- en motorfunctie langzaam naar boven wordt geschoven, loopt de propeller aan en verhoogt langzaam het toerental.
Het maximale toerental wordt dan bereikt wanneer de stuurknuppel zich in de bovenste aanslag bevindt.
Indien de motor precies in de tegengestelde richting reageert, dan kunt u met behulp van de Reverse-schakelaar (zie figuur 3, pos. 12) de
werkrichting van de gas/stuurknuppel omwisselen.
Voer een korte motortest door en controleer daarbij de omwenteling van de propeller.
d) Zwaartepunt controleren
Het zwaartepunt van het model liegt ongeveer 100-110mm achter de voorkant
van de draagvlakken (gemeten in het midden van het draagvlak).
Wanneer het model rechts en links van dit punt wordt gehouden, dient het zich
in evenwicht te bevinden of dient de neus lichtjes naar onder te wijzen.
Door het verschuiven van de vliegaccu of door toevoeging van loden gewich-
ten aan de rompspits of de achterkant van de staart kan het zwaartepunt ook
worden verlegd.
Indien het zwaartepunt verder naar voor wordt verlegd, verhoogt dit evenwel
de stabiliteit, maar verslechten de zweefvliegeigenschappen van het model.
Indien het zwaartepunt meer naar achter wordt verlegd, verbetert dit evenwel
de zweegvliegeigenschappen, maar wordt het model echter heel onstabiel en
reageert het extreem op de stuurbevelen van het hoogteroer.
Belangrijk!
Een verandering van de ligging van het zwaartepunt mag enkel
door ervaren modelvliegers worden doorgevoerd om de
vliegprestaties van het model doelgericht aan hun voorstellingen
en stuurgewoontes aan te passen.
Afb. 24
85