7. Diagnose (zelftest)
Als de camera op een voedingsbron wordt aangesloten, wordt een zelfdiagnose uitgevoerd.
Het PWR ON-LED aan de onderzijde licht op. De volgende regels worden op het beeldscherm
weergegeven:
CAMERA ID : 001
BAUDRATE : 2400 BPS
WACHT .........
KALIBRATIE HORIZON
KALIBRATIE VERTICA
TEST DATAVERBIND.
TEST CAMERA-UITG.
1. KALIBRATIE HORIZON
Camera gaat naar de horizontale uitgangspositie
2. KALIBRATIE VERTICA
Camera gaat naar de verticale uitgangspositie
3. TEST DATAVERBIND.
De recorder wacht gedurende 60 seconden op ontvangst van gegevens. Als de camera van
een besturingsapparaat (bv. bedieningspaneel of DVR) een willekeurige opdracht ontvangt,
wordt „TEST OK" weergegeven. Daarvoor moet u op het bedieningspaneel het ID van de
dome instellen en een willekeurige actie uitvoeren.
Als er geen opdracht naar de dome wordt gestuurd, wordt „NO TESTED" weergegeven. Een
succesvolle „TX-VERBINDINGSTEST" is niet noodzakelijk om de camera te kunnen
besturen.
4. TEST CAMERA UITG.
Er wordt automatisch een communicatietest van de camera uitgevoerd.
Als ondanks een actie op het bedieningspaneel „NO TESTED" wordt weergegeven, kan dat de
volgende oorzaken hebben:
a. Protocol van bedieningspaneel en camera komen niet overeen
b. Baudrate van bedieningspaneel en camera komen niet overeen
c. RS485-bekabeling niet in orde
Na de bovengenoemde tests wordt „TEST EEPROM" en „GEGEVENS WORDEN
GEÏNITIALISEERD" weergegeven. Na deze afsluitende test is de camera klaar voor gebruik.
TEST OK
TEST OK
TEST OK
TEST OK
145