ETS-1825 manual
17/06/04
F
GB
D
E
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
LEES DEZE GEBRUIKERSHANDLEIDING IN ZIJN
■
GEHEEL
DOOR
AANWIJZINGEN U GOED DUIDELIJK ZIJN OM
VEILIG TE KUNNEN WERKEN, VOORDAT U DIT
APPARAAT
GAAT
toepassingen en de beperkingen van uw apparaat
kennen, evenals de potentiële gevaren die aan dit
apparaat verbonden zijn.
CONTROLEER OF DE BESCHERMKAPPEN NOG
■
STEEDS OP HUN PLAATS ZITTEN en in goede
staat van werking verkeren.
SLUIT HET APPARAAT AAN OP EEN GEAARD
■
STOPCONTACT. Als de stekker van het apparaat is
uitgevoerd met aarde, dient u de stekker op een
geaard stopcontact aan te sluiten. Als u een
verloopstuk gebruikt om het apparaat op een niet
geaard stopcontact aan te kunnen sluiten, moet u er
wel voor zorgen dat de aardpool toch is geaard.
Probeer nooit om de aardpool te verwijderen.
VERWIJDER ALLE STELSLEUTELS. Maak er een
■
gewoonte van om te controleren of u alle stelsleutels
uit het gereedschap hebt gehaald voordat u het in
werking stelt.
ZORG
DAT
UW
■
OPGERUIMD IS. Rommelige werkruimtes of
werkbanken werken ongelukken in de hand.
WERK NIET IN EEN GEVAARLIJKE OMGEVING.
■
Gebruik uw elektrisch apparaat niet op vochtige of
natte plaatsen en stel het niet bloot aan regen.
Zorg dat uw werkruimte goed verlicht is.
HOUD KINDEREN EN OMSTANDERS OP EEN
■
AFSTAND. Kinderen en andere omstanders moeten
op een behoorlijke afstand blijven van de werkplek.
ZORG DAT UW WERKPLAATS GEEN ENKEL
■
GEVAAR VORMT VOOR KINDEREN door gebruik te
maken van hangsloten en hoofdschakelaars.
FORCEER UW GEREEDSCHAP NIET. Uw apparaat
■
zal veiliger en zekerder werken als u het gebruikt op
het toerental waarvoor het berekend is.
GEBRUIK HET JUISTE GEREEDSCHAP. Forceer
■
een apparaat of een hulpstuk niet om werkzaamheden
te verrichten waarvoor ze niet bestemd zijn.
DRAAG GESCHIKTE KLEDING. Draag geen wijde
■
kleding, handschoenen, dassen, ringen, armbanden
of andere sieraden die beklemd kunnen raken in de
bewegende delen. Draag bij voorkeur schoenen met
antislipzolen. Als u lang haar hebt, bescherm dit dan
door een hoofdbedekking te dragen.
13:05
Page 56
NL
I
P
S
Nederlands
EN
ZORG
DAT
ALLE
GEBRUIKEN.
Leer
de
WERKRUIMTE
GOED
DK
N
FIN
GR
H
DRAAG
ALTIJD
■
VEILIGHEIDSUITRUSTING: (1) een veiligheidsbril,
(2) gehoorbeschermers, (3) een stofmasker,
(4) veiligheidshandschoenen bij het manipuleren van
zaagbladen of ruwe materialen. U wordt sterk
aangeraden om zaagbladen zoveel mogelijk in een
beschermhoes te vervoeren.
ZORG DAT HET WERKSTUK STEVIG OP ZIJN
■
PLAATS WORDT GEHOUDEN. Gebruik klemmen of
een bankschroef om het werkstuk vast te zetten.
Dat is veiliger dan om het werkstuk met uw hand vast
te houden; bovendien kunt u de machine zo met
beide handen vasthouden.
MAAK DAT U ALTIJD UW EVENWICHT GOED
■
KUNT BEWAREN. Ga altijd stevig op uw benen
staan en reik niet te ver weg met uw arm.
HOUD HET APPARAAT IN GOEDE CONDITIE.
■
Houd uw gereedschap altijd scherp en schoon voor
betere resultaten en optimale veiligheid. Smeer de
accessoires en vervang ze volgens de voorschriften.
TREK DE STEKKER VAN HET APPARAAT UIT
■
HET STOPCONTACT voordat u onderhouds-
werkzaamheden gaat verrichten of toebehoren zoals
zaagbladen, boorbits of frezen gaat verwisselen.
GEBRUIK DE AANBEVOLEN ACCESSOIRES. Het
■
gebruik van ongeschikte accessoires kan gevaar voor
ernstig lichamelijk letsel met zich meebrengen.
VOORKOM DAT HET APPARAAT ONGEWILD IN
■
WERKING KAN TREDEN. Controleer eerst of de
schakelaar op UIT staat voordat u de machine op de
stroom aansluit.
GA NOOIT OP DE MACHINE STAAN. U loopt het
■
risico u ernstig te verwonden, als de machine kantelt
of als u per ongeluk het zaagblad aanraakt.
CONTROLEER OF ER NIETS BESCHADIGD IS
■
AAN HET APPARAAT. Controleer, voordat u
doorgaat met het gebruiken van uw gereedschap,
of een eventueel beschadigd onderdeel kan blijven
werken of zijn functie kan blijven vervullen. Controleer
de uitlijning van de bewegende delen. Kijk of er geen
onderdelen gebroken zijn. Controleer de montage en
alle andere elementen die de goede werking van het
gereedschap kunnen beïnvloeden. Wanneer een
beschermkap of enig ander deel beschadigd is,
moet dit door een erkend Ryobi servicecentrum
worden gerepareerd of vervangen.
INVOERRICHTING: beweeg het werkstuk altijd
■
tegenovergesteld aan de draairichting van het zaagblad.
LOOP NOOIT WEG BIJ HET GEREEDSCHAP
■
TERWIJL DIT IN WERKING IS. SCHAKEL HET UIT.
Loop nooit weg van het gereedschap zolang dit niet
volledig tot stilstand is gekomen.
56
CZ
RUS
RO
PL
EEN
PASSENDE