GCE COMBILITE Série Mode D'emploi page 35

6.2. ACTIVITEIT UITGEVOERD DOOR GEBRUIKER/PATIËNT
6.2.1. GEBRUIK VAN PATIËNTENAANSLUITING
Gebruik van fl owregelaar ingang ventiel (installatie gasfl ow)
• Controleer of de fl owregelaar op NUL("0") staat.
Controleer of de accessoires verbonden zijn met de drukuitlaat van het ventiel.
•
Sluit langzaam het afsluitventiel van het combinatieventiel door het handwiel met één tot
•
anderhalf omwentelingen linksom te draaien.
Plotselinge opening kan leiden tot brand of explosiegevaar ten gevolge van het plotselinge
drukverschil van de zuurstof. Onvoldoende opening van het ventiel kan gasstroom
vermindering veroorzaken.
• Stel de gewenste stroomsnelheid in via de fl owregelaar.
Zorg er altijd voor dat de fl owregelaar in de juiste positie is ingesteld en niet in een positie
tussen twee waarden. In dit geval zal de regelaar niet de juiste doorstroming geven of zelfs
geen doorstroming geven van medicinaal gas.
Dezelfde variant vanuit de schakel kop kan de zogenaamde "uiterste stand" optreden tussen
de maximale doorstroom en de "0"-postitie. Als de regelaar uitkomt in de positie van maximale
doorstroming (bij rotatie met de wijzers van de klok mee) of in de "0"-positie (rotatie tegen de
wijzers van de klok in) gebruik dan geen overdreven kracht om de regelaar terug te draaien.
De stroomhoeveelheid van het medicinale gas behoort voorgeschreven te worden door een
arts.
Na het beeindigen van de therapie:
Draai het handwiel van het ventiel in de richting van de wijzers van de klok en sluit hiermee
•
het ventiel af. Gebruik geen overdreven hoeveelheid kracht.
Ontlucht de gasdruk van het aangekoppelde apparaat.
•
• Zolang er nog geen ontluchting optreedt, schakel de fl owaansluiting op NUL ("0") – als de
schakelaar zich nog niet in de juiste positie bevindt.
Ontkoppel de slang van de stroomuitlaat.
•
Het gebruik van de drukregulatoruitgang van het ventiel
Controleer of de fl owregelaar (indien het ventiel hiermee uitgerust is)op NUL("0") staat.
•
Controleer of de accessoires NIET verbonden zijn met de drukuitlaat van het ventiel.
•
Sluit langzaam het afsluitventiel van het combinatieventiel door het handwiel met één tot
•
anderhalf omwentelingen linksom te draaien.
Plotselinge opening kan leiden tot brand of explosiegevaar ten gevolge van het plotselinge
drukverschil van de zuurstof. Onvoldoende opening van het ventiel kan gasstroom
vermindering veroorzaken.
• Sluit de hulpstukken aan op de fl owaansluiting van het ventiel.
Na het beeindigen van de therapie:
Draai het handwiel van het ventiel in de richting van de wijzers van de klok en sluit hiermee
•
het ventiel af. Gebruik geen overdreven hoeveelheid kracht.
Ontlucht de gasdruk van het aangekoppelde apparaat.
•
Ontkoppel de snelkoppelingadapter met de snelkoppeling van het combinatieventiel.
•
6.2.2. NA GEBRUIK
Draai het handwiel van het ventiel in de richting van de wijzers van de klok en sluit hiermee
•
het ventiel af. Gebruik geen overdreven hoeveelheid kracht.
• Controleer of de fl owregelaar (indien het ventiel hiermee uitgerust is)op NUL("0") staat.
• Koppel alle verbonden hulpstukken van de fl owaansluiting af.
• Plaats de beschermkappen van de fl owaansluitingen en de drukaansluitingen weer terug.
Controleer vóór het terugplaatsen of de beschermkappen schoon zijn.
35/40
NL