GCE COMBILITE Série Mode D'emploi page 34

Detendeurs integres
Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

Als hiermee nog niet het ontluchten in gang gezet is, draai de fl owregelaar in de NUL
("0")-positie en controleer of deze ineensluit.
Combinatieventiel met drukaansluiting: Controleer of het combinatieventiel klaar is voor
gebruik is. Steek daarvoor een connector in de snelkoppeling en trek deze er weer uit (zie
onderstaande hoofdstuk voor informatie over drukaansluitingsverbindingen).
6.1.2. PATIËNTENAANSLUITING
LIJST MET GEBRUIKTE ACCESSOIRES
De volgende apparaten kunnen worden aangesloten op de fl owaansluiting:
verlengstuk voor de bevochtiger (de slangaansluiting van de uitlaat bevindt zich in de
horizontale positie, voor gebruik van een bevochtiger is in bepaalde gevallen een „L"-vormig
verlengstuk nodig. Informatie over speciale verlengstukken en verdampers is op verzoek
verkrijgbaar bij GCE),
zuurstofslang voor ademmaskers of neusbrillen,
gasbespaarder,
vernevelaar.
De volgende apparaten kunnen worden aangesloten op de drukaansluiting:
lagedrukslang,
fl owmeter,
venturi-afzuigsystemen.
Controleer vóór het aansluiten van een accessoire of medisch hulpmiddel op de regelaar of
NL
de accessoire of het medisch hulpmiddel geschikt is voor het aansluiten op dat product en
voor deze prestatiegegevens.
Drukaansluitingsverbindingen
Controleer of de connector van de snelkoppeling geschikt is voor drukaansluitingsverbindingen.
Verbind de connector van de snelkoppeling.
Controleer of de connector van de snelkoppeling op de juiste manier aansluit.
Als de bewijzering op het ventiel in het rode gebied staat,en het gas wordt via de
drukaansluitverbinding geleverd, behoort de druk van gas P2 lager dan 3,6 bar te zijn (zie
bijlage nr.1 voor het desbetre ende product).
Als aan de uitgang van de drukaansluitverbinding medische apparatuur dient worden
aangesloten, die een hoge stroom vereist (bijvoorbeeld longventilator met gasstroom 100
l/min bij een minimale druk van 2,8 bar), controleer de gewenste doorstroming van de
medische apparatuur met drukventiel zoals vermeld in bijlage 1. Maak geen gebruik van het
apparaat om voor voldoende prestatie te zorgen (van de druk en stroom capaciteiten van het
ventiel), als de indicatormeter zich in het rode vak bevindt.
Flowaansluitingsverbindingen
Controleer vóór het aansluiten van een accessoire op de fl owaansluiting of er geen patiënt
is aangesloten.
Controleer of de slang compatibel is met fl owaansluitingsverbindingen.
Druk de slang in de fl owaansluiting van de regelaar/schroef de bevochtiger aan de regelaar
vast.
Controleer of de slang/bevochtiger op de juiste manier aangesloten is.
6.1.3. NA GEBRUIK
Draai het handwiel van het ventiel in de richting van de wijzers van de klok en sluit hiermee
het ventiel af. Gebruik geen overdreven hoeveelheid kracht.
Controleer of de fl owregelaar (indien het ventiel hiermee uitgerust is)op NUL("0") staat.
Koppel alle verbonden hulpstukken van de fl owaansluiting af.
Plaats de beschermkappen van de fl owaansluitingen en de drukaansluitingen weer terug.
Controleer vóór het terugplaatsen of de beschermkappen schoon zijn.
34/40

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières