GCE COMBILITE Série Mode D'emploi page 32

Detendeurs integres
Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

A – Cilinderaansluiting
Het product wordt met behulp van een cilinderaansluiting met schroefdraad op de gasfl es
bevestigd. De aansluiting is voorzien van een conische schroefdraad of een cilindrische
schroefdraad en verkrijgbaar in verschillende afmetingen (voor verschillende fl esmaten en –
materialen).
B – Vulopening
Het combinatieventiel beschikt over een vulopening voor het vullen van de gasfl es. De
vulopening is voorzien van een terugstroombeveiliging (terugstroomklep). De terugstroomklep
vereist het gebruik van een speciale vuladapter voor het ontluchten van de fl es tijdens het
vullen.
C – Manometer
Het combinatieventiel is voorzien van een manometer voor het weergeven van de inhoud van
de gasfl es. De manometer kan een actieve of een passieve manometer zijn. Modellen met een
manometer voor actieve weergave van de fl esinhoud staan het afl ezen van de vulstand van de
gasfl es toe bij het openen en sluiten van het ventiel. De modellen met een manometer voor de
passieve weergave kunnen de fl esinhoud alleen weergeven met een geopend ventiel.
D – Afsluitventiel
Het combinatieventiel is voorzien van een afsluitventiel, om de toevoer van gas uit fl es te
scheiden van de andere ventielfuncties. Het afsluitventiel moet tijdens het vullen van de
gasfl es en tijdens gebruik bij de patiënt geopend zijn.
NL
E – Restdrukventiel
De ingang van het GCE combinatieventiel is voorzien van een restdrukventiel. Het
restdrukventiel wordt tijdens het vullen van de gasfl es overbrugd. Door het overbruggen
van het restdrukventiel tijdens het vullen wordt een minimale overdruk in de gasfl es in stand
gehouden om contaminatie van de fl es met omgevingslucht te vermijden.
F, G – Flowregelaar „F" en fl owaansluiting „G" (optioneel)
Medische combinatieventielen van GCE zijn verkrijgbaar met een fl owregelaar „F". De
fl owregelaar maakt een directe gastoevoer naar de patiënt (l/min) mogelijk met atmosferische druk
over de fl owaansluiting „G" met behulp van een neusbril of een gezichtsmasker. De aansluiting
met patiënten over de fl owaansluiting „G" kan plaatsvinden via een insteekslanghulpstuk
(slangverbinding) of een schroefdraadverbinding (bijvoorbeeld bij vernevelaars).
H – Drukaansluiting of snelkoppeling (optioneel)
Het combinatieventiel kan met een drukaansluiting worden uitgerust. De drukaansluiting
is een directe aansluiting op de decompressiekamer die is voorzien van een gasspecifi eke
stekkeraansluiting („snelkoppeling") (zie bijlage 2). Op deze snelkoppeling kan met behulp
van een gasspecifi eke stekkeraansluiting een extra apparaat worden aangesloten. Na het
verwijderen van de stekkeraansluiting wordt de opening van de snelkoppeling automatisch
afgesloten. De drukaansluiting wordt gebruikt ter ondersteuning van medische hulpmiddelen
met een afzonderlijke stroomvoorziening (bijv. beademingsapparatuur) met een gecontroleerde
druk.
Doorstroombegrenzer (optioneel)
Als het ventiel is aangesloten op een doorstroombegrenzer, bevindt deze zich in de
klepslang. Deze begrenzer zorgt voor veiligheid in het geval van een breuk van het ventiel
boven de inlaatverbinding (bijv. bij een val van de gasfl es). Bij normaal bedrijf heeft de
doorstroombegrenzer geen invloed op de prestatie van het combinatieventiel.
Opmerking: Er moet rekening worden gehouden dat de kleur van het product (in het
bijzonder de behuizing van de fl owregelaar, regelaar en het ventiel) in bepaalde gevallen niet
overeenstemt met de kleurcodering voor gassen.
32/40

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières