kabel beschadigd raakt tijdens het
gebruik, deze onmiddellijk
loskoppelen van het stroomnet. DE
KABEL NIET AANRAKEN
VOORALEER U DEZE HEBT
LOSGEKOPPELD VAN HET
STROOMNET.
De machine niet gebruiken als de
kabel beschadigd of versleten is.
3 Werking
a) De machine alleen bij daglicht of
onder goed kunstlicht laten werken.
b) Vermijden van de machine te
laten werken op vochtig gras.
c) Steeds zeker zijn van uw stappen
op hellingen.
d) Altijd stappen, nooit lopen.
e) Dwars maaien op hellingen, maar
nooit in opgaande of dalende lijn.
f) Goed opletten bij
richtingsveranderingen op hellingen.
g) Te sterk dalende hellingen niet
maaien.
h) De machine met veel voorzorgen
gebruiken in achteruitstand of bij het
naar zich toe trekken.
i) De maaiorganen stopzetten als de
machine moet worden gekanteld
voor vervoer over niet-graszones en
als deze moet worden vervoerd
naar of teruggebracht van de plaats
waar ze moet worden gebruikt.
j) De machine nooit gebruiken met
defecte beschermkappen of zonder
aangebrachte
veiligheidsinrichtingen, bijvoorbeeld
deflectors en/of
grasverzamelbakken.
k) De motor met de nodige
voorzorgen aanzetten volgens de
instructies en met de voeten ver uit
de buurt van het/de
maaiorga(a)n(en).
l) De machine niet kantelen bij het
aanzetten van de motor, behalve
als deze moet worden gekanteld
voor het starten. In dat geval niet
meer kantelen dan absoluut
noodzakelijk en alleen het gedeelte
ver verwijderd van de operator
kantelen.
m) De machine niet starten als de
operator zich tegenover de
uitwerpopening bevindt.
n) De handen of voeten nooit bij of
onder de draaiende delen plaatsen.
De uitwerpopening nooit verstopt
laten raken.
o) De machine niet vervoeren terwijl
de voedinsbron nog is aangesloten.
p 1) De machine stopzetten en het
stopcontact uit zijn sokkel trekken.
Zorgen dat alle mobiele stukken
volledig zijn gestopt.
p 2) De machine stoppen en de
uitschakelinrichting wegnemen.
Zorgen dat alle mobiele stukken
volledig zijn gestopt:
− vooraleer u de machine
onbeheerd achterlaat,
− vooraleer u de verstoppingen
schoonmaakt of de goot ontstopt,
− vooraleer de machine te
controleren, reinigen of herstellen,
− na tegen een vreemd voorwerp
te zijn gebotst. De machine
inspecteren om elke schade op te
sporen en de herstellingen
uitvoeren vooraleer ze opnieuw te
starten en te gebruiken.
Als de machine abnormaal begint te
trillen (onmiddellijk controleren):
− De machine inspecteren om na
te gaan of deze beschadigd is,
− elk beschadigd onderdeel
herstellen of vervangen,
− nagaan of onderdelen niet zijn
losgekomen en deze eventueel
opnieuw aanspannen.
28