nl NEDERLANDS
getroffen om verspreiding van stof te voorkomen.
Bij
het
uitvoeren
reparatiewerkzaamheden
verontreinigde
voorwerpen
tevredenheid gereinigd kunnen worden, te worden
afgevoerd. Dergelijke voorwerpen dienen in niet-
doorlatende zakken afgevoerd te worden, in
overeenstemming met de gangbare voorschriften
voor het opruimen van dit soort afval.
10. Onderhoud
10.1 Algemene informatie
Vóór het onderhoud altijd het apparaat
uitschakelen en de netstekker uit het
stopcon-
tact trekken.
Het apparaat reinigen (zie hoofdstuk
9.).
Voor het onderhoud door de gebruiker moet de
zuiger
gedemonteerd,
onderhouden worden, zonder dat dit gevaar
oplevert voor onderhoudspersoneel of andere
personen.
Voorzorgsmaatregelen
Tot de passende voorzorgsmaatregelen behoren:
reiniging vóór demontage, voorzieningen voor
een lokaal te filteren, gecontroleerde ventilatie op
de plaats waar het apparaat wordt gedemonteerd,
reiniging van het onderhoudsgebied en een
geschikte persoonlijke veiligheidsuitrusting.
10.2 Vermindering van het zuigvermogen
Wanneer het zuigvermogen afneemt, dienen
de volgende maatregelen te worden genomen:
1. Reinigen van de filtercassettes door het
elektromagnetische trilmechanisme in te
schakelen (schakelaar (1) op de stand „RA"
zetten).
2. Reservoir legen of vlies-filterzak (6) resp.
PEfilterzak (5) vervangen.
3. De filtercassettes (16) vervangen of onder
stromend water uitwassen, laten drogen en
weer inzetten.
10.3 Filtercassettes
filtercassettes (16) voor het verwisselen van
het filter nog eenmaal afschudden door het
elektromagnetische trilmechanisme in te
schakelen (schakelaar (1) op de stand „RA"
zetten).
48
All manuals and user guides at all-guides.com
van
onderhouds-
dienen
die
niet
naar
schoongemaakt
(16)
vernieuwen
Met een munt of vergelijkbaar voorwerp de
vergrendelknop (13) van de grendel (14) 90° tegen
en
alle
de klok in draaien en de grendel (14) naar
achteren drukken. De kap openklappen en de
filtercassettes (16) naar boven uitnemen. De
uitgenomen filtercassettes direct in een stofdichte
kunststof zak afsluiten en volgens voorschrift als
afval afvoeren. Nieuwe filtercassettes plaatsen; let
er hierbij op dat de filters juist en stevig zitten.
10.4 Motorveiligheidsfilter
Motorveiligheidsfilter regelmatig controleren.
Wanneer het motorveiligheidsfilter (15)
verontreinigd is, wijst dit op defecte filtercassettes
(16):
- Filtercassettes (16) vervangen.
- Het motorveiligheidsfilter (15) vervangen of
onder stromend water uitwassen, laten drogen
en weer inbrengen.
10.5 Watersensor
en
10.6 Technische controle
Ten minste jaarlijks dient door de fabrikant of
iemand die hiervoor geschoold is een
stoftechnische controle uitgevoerd te worden, bijv.
op beschadiging van het filter, de dichtheid van
het apparaat en de werking van de
controleapparatuur. Bij onderhoud door de
gebruiker moet de zuiger gedemonteerd,
schoongemaakt en onderhouden worden, zonder
dat dit gevaar oplevert voor onderhoudspersoneel
of andere personen.
Voorzorgsmaatregelen
Tot de passende voorzorgsmaatregelen behoren:
reiniging vóór demontage, voorzieningen voor
een lokaal te filteren, gecontroleerde ventilatie op
de plaats waar het apparaat wordt gedemonteerd,
reiniging van het onderhoudsgebied en een
geschikte persoonlijke veiligheidsuitrusting.
Bij het uitvoeren van onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden dienen alle
verontreinigde voorwerpen die niet naar
De
tevredenheid gereinigd kunnen worden, te
worden afgevoerd. Dergelijke voorwerpen dienen
in nietdoorlatende zakken te worden afgevoerd in
overeenstemming met de gangbare voorschriften
voor het opruimen van dit soort afval.
LET
OP
-
De
regelmatig reinigen en bij tekenen
van beschadiging onderzoeken.
watersensor